De dunne darm is een onderdeel van het spijsverteringsstelsel dat tussen de maag en de dikke darm ligt. De dunne darm is het langste deel van het spijsverteringsstelsel. De meeste (zoog)dieren hebben een dunne darm.
De dunne darm is voortdurend in beweging om de spijsbrij heen en weer te persen en fijn te malen. Dit gebeurt met behulp van de lengte- en kringspieren die zich in de wand van de dunne darm bevinden. Via grote hoeveelheden bloed- en lymfehaarvaten, gelegen in uitstulpingen van de darmwand (de darmvlokken), gaan bruikbare voedingsstoffen het bloed of de lymfe in.
De dunne darm is bij mensen zo'n 5 tot 6 meter lang en haalt de belangrijkste voedingsstoffen uit het genuttigde voedsel. Het contact oppervlak van de dunne darm is tussen de 150 en 200 vierkante meter.
De dunne darm vervult meerdere functies namelijk:
In de twaalfvingerige darm wordt de spijsbrij vermengd met spijsverteringssappen. Deze zijn aangemaakt in de alvleesklier (alvleeskliersap) en in de lever (galvloeistof). De spijsverteringsenzymen in alvleeskliersap zijn nodig voor een goede vertering van vetten, eiwitten en suikers. In galvloeistof zitten stoffen die een belangrijke functie hebben bij het emulgeren van spijsvetten. Deze kunnen hierdoor verder afgebroken worden als onderdeel van de vertering. De dunne darm maakt zelf ook een klein deel van de spijsverteringsenzymen aan.