Leer vaker kort dan één keer lang.
Hierdoor weet je de woordjes vaak over een maand nog steeds.
Leren lezen en praten gaat toch over het totaal aantal woordjes dat je kent.
Schrijf de regels hoe je het moet doen op (bijvoorbeeld wanneer stam + t)
Zorg dat je de woorden altijd mondeling en op schrift oefent!
Oefen ze door elkaar en altijd twee kanten op.
Lees vaker buitenlandse boeken voor je woordenschat.