Suiker is niet goed voor de gezondheid, vooral als je er veel van gebruikt. Maar zijn zoetstoffen die suiker vervangen beter? Een van die zoetstoffen is aspartaam. Er wordt gezegd dat aspartaam een gevaar voor de gezondheid is. Klopt dit?Suiker is niet goed voor de gezondheid, vooral als je er veel van gebruikt. Maar zijn zoetstoffen die suiker vervangen beter? Een van die zoetstoffen is aspartaam. Er wordt gezegd dat aspartaam een gevaar voor de gezondheid is. Klopt dit?
Onderzoeksvraag:
Is het eten en drinken van voedingsmiddelen met aspartaam gevaarlijk? Zo ja, wat zijn de risico’s? Zo nee, hoe weet men dat deze stof veilig is?
Achtergrondinformatie:
Aspartaam wordt veel gebruikt in snoep en (fris)dranken omdat het een sterke zoetstof is die weinig calorieën levert. Er wordt wel beweerd dat deze stof slecht is voor de gezondheid, anderen zeggen dat er geen risico’s voor de gezondheid zijn. Aan jou de taak in de gegeven bronnen op zoek te gaan naar het antwoord op de onderzoeksvraag: aspartaam is wel/niet gevaarlijk. Je geeft ook argumenten voor je antwoord.
Deze vraag ga je beantwoorden met de volgende bronnen:
https://www.diabetesfonds.nl/minder-suiker/veelgestelde-vragen/hoe-zit-het-met-zoetstoffen
https://www.puurfiguur.nl/zoetstoffen/#lijst_zoetstoffen
https://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/intensieve-zoetstoffen/aspartaam.aspx
https://www.isditwelgezond.nl/aspartaam-%E2%80%8B%E2%80%8Bgoed-of-slecht/
https://www.consumentenbond.nl/gezond-eten/zoetstoffen#no2
Zo pak je het aan:
Maak een Word-document aan, noem het Aspartaam en sla het op.
Open de bronnen, een voor een. Bepaal welke drie bronnen betrouwbare informatie geven. Lees de gekozen bronnen rustig door.
Maak aantekeningen van wat jij kunt gebruiken bij het beantwoorden van de onderzoeksvraag. Het is niet de bedoeling dat je verder zoekt op het internet.
Zet in het document het antwoord op de vraag: “Aspartaam is wel gevaarlijk” of “Aspartaam is niet gevaarlijk”. Daaronder zet je kort in je eigen woorden je argumenten. Gebruik daarvoor je aantekeningen.
Noteer onder het antwoord welke drie gebruikte bronnen je hebt gebruikt.
Aan het einde van de les lever je de opdracht via ItsLearning in. Deze wordt beoordeeld op goed / voldoende / onvoldoende.