Je gebruikt het Stappenplan moeilijke woorden als je een onbekend woord tegenkomt. Het scheelt veel tijd als je de betekenis van een woord niet hoeft op te zoeken. In het eerste jaar heb je hier al mee geoefend.
Lees de onderstaande zinnen. Gebruik het Stappenplan moeilijke woorden om de betekenis van de vetgedrukte woorden te achterhalen. Je hoeft nog niets in te vullen.
a. De kookdocent stelt voor dat klas 2C muffins gaat bakken.
b. Eerst moeten de leerlingen de oven voorverwarmen.
c. Als het beslag klaar is, spuiten de leerlingen het in de holtes van de muffinvorm.
d. De muffins ruiken erg lekker en de leerlingen willen ze direct uit de oven opeten.
e. Maar ze zijn te heet. De muffins moeten eerst nog wat afkoelen.
f. De leerlingen bieden de muffins die over zijn aan aan klas 2A.