De persoonsvorm is het werkwoord dat in de zin kan veranderen van tijd of van getal:
Verandering van tijd: De jongen gooit de bal omhoog > De jongen gooide de bal omhoog
Verandering van getal: De jongen gooit de bal omhoog > De jongens gooien de bal omhoog
Verandering van tijd: Het team heeft gewonnen > Het team had gewonnen
Verandering van getal: Het team heeft gewonnen > De teams hebben gewonnen
Een andere manier om de persoonsvorm te vinden is de zin vragend maken.
De persoonsvorm komt dan vooraan in de zin te staan.
Gooit de jongen de bal omhoog?
Heeft het team gewonnen?