Begin met oefeningen 7b en 8b. Hierin kom je de persoonsvorm tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord door elkaar tegen. Let dus steeds goed op waar je mee te maken hebt en pas de juiste regel toe.
Twijfel je? Ga dan eerst weer terug naar de uitleg bij de vorige stappen.
Controleer je antwoorden op pagina 63.
Als je alles goed hebt, dan ben je hard op weg om kampioen werkwoordspelling te worden. Maak ook de oefeningen 9b, 10b, 11b en 12b. Vanaf oefening 10b komen de persoonsvorm tegenwoordige tijd, verleden tijd en het voltooid deelwoord door elkaar voor. Controleer de antwoorden op pagina 63.
Is nog niet alles goed, sluit dan aan bij de instructie in de les en verbeter daarna samen met een klasgenoot de fouten in oefeningen 9b, 10b, 11b en 12b.