Oefenen - vul het schema aan

Vul het schema verder aan. Ga steeds uit van de ik-vorm.

Hele werkwoord

Tegenwoordige tijd

ik-vorm

Tegenwoordige tijd

ik-vorm + t

jij/u/hij/zij/het

Verleden tijd

ik-vorm + de/den of te/ten

jij/u/hij/zij/het

of wij/jullie/zij

Voltooid deelwoord

ge + ik-vorm + d/t

racen

ik race

 

 

 

recyclen

ik recycle

 

 

 

finishen

ik finish

 

 

 

barbecueën

ik barbecue

 

 

 

deleten

 

hij deletet

 

 

upgraden

 

 

jij upgradede

 

 

stressen

 

 

 

gestrest