Klankveranderende (sterke) werkwoorden
Er zijn veel werkwoorden die in de verleden tijd van klank veranderen.
ik drink ik dronk
zij slapen zij sliepen
jij kijkt jij keek
ik eet ik at
hij wordt hij werd
jij denkt hij dacht
Deze werkwoorden in de verleden tijd schrijf je zoals ze klinken.
Let op: je hoeft er in de verleden tijd dus nooit een 't' aan toe te voegen.