Basis naamgeving

Voor de naamgeving van koolwaterstoffen kijken we naar 4 onderdelen:

- De lengte van de koolstofketen

- Of er dubbele bindingen in de koolstofketen zitten

- Of de koolstofketen lineair is of in een cirkel

- Welke karakteristieke groepen eraan zitten

Deze stappen zullen we hieronder één voor één doorlopen.

 

Pak je BINAS erbij, tabel 66D.

De langste koolstofketen bepaalt de naam van de stam. 1 C noemen we meth-, 2 C's eth-, 3 C's Prop-. In Binas 66D zie je dit rechts bovenaan.

 

De bindingen tussen de koolstofatomen bepalen de uitgang:

Geen dubbele binding = -aan

Één dubbele binding = -een

Twee dubbele binding = -adieen

Één driedubbele binding = -yn

Twee driedubbele binding = -adiyn

Één dubbele en één driedubbele = -enyn

 

Cyclische verbindingen:

Wanneer de langste koolstofketen in een cirkel loopt, zetten we cyclo- voor de koolstofstamnaam (propaan, butaat etc).

Er is hierop 1 uitzondering; benzeen. De systematische naam voor benzeen is cyclohex-1,3,5-trieen.

 

Benzeen

Karakeristieke groepen:

We onderscheiden twee type groepen die aan een koolstofstam kunnen zitten; vertakte koolstof zijketens en karakteristieke groepen.

De vertakte koolstofketens kunnen bijvoorbeeld methyl, ethyl en propyl zijn. Nadat je de hoofdketen (de langst mogelijke keten!) hebt gevonden, kunnen er koolstofatomen over zijn. Deze geef je een naam door te kijken hoeveel koolstoffen het zijn en in plaats van het achtervoegsel -aan zoals in de hoofdteken, gebruik je het achtervoegsel - yl.

 

Karakteristieke groepen zijn alle zijgroepen zonder koolstofatomen, zoals een OH (alcohol), NH2 (amine) of COOH (zuur). Er kunnen meerdere groepen in 1 molecuul zitten. Identificeer ze eerst allemaal, voordat we de naam gaan samenstellen. In binas 66D staat een tabel (linksonder) en zie ook het plaatje hieronder.

De groep met de hoogste prioriteit (bovenaan in de lijst) is het achtervoegsel van de naam (dus vaak zuur of amide). De andere karakteristieke groepen krijgen een voorvoegsel.

Twee voorbeelden van moleculen met zijgroepen

Om aan te geven waar een groep zich bevind in het molecuul, gebruiken we cijfers voor de specifieke groep. Een 1 mag je altijd weglaten.

In het voorbeeld hierboven zie je 2 pentanen met dezelfde zijgroepen maar op andere plekken. Voor de bovenste gaan we het stappenplan hieronder volgen. Onder het stappenplan zie je dezelfde structuur nog eens, maar dan met kleurtjes de stappen aangegeven.

1. Langste zijketen in groen--> Hept-

2. Zonder dubbele bindingen (groen)---> -aan

3. Geen cyclische verbinding --> /

4. Geen vertakte koolstofketen (Dus onvertakt), karakteristieke groepen zijn: COOH (zuur, paars), (Cl) Chloor (rose), (NH2) Amine (licht paars) en 2OH (alcohol)(blauw). De zuurgroep heeft de hoogste prioriteit dus dat is het achtervoegsel --> Heptaanzuur. Dit koolstof is C1 maar de 1 mogen we weg laten. De andere groepen zitten op plek 2-chloor (Cl),  4,5-dihydroxy (voorvoegsel van OH, deze hebben we 2x dus extra voorvoegsel di-), 6-amino (NH2).

De complete naam is (meerdere voorvoegsels zet je op alfabetische volgorde):

6-amino-2-chloor-4,5-dihydroxy-heptaanzuur.

In onderstaande filmpjes wordt de naamgeving van verschillende klasses koolstof-verbindingen besproken. 

alkanen, alkenen, cycloalkanen en alkanolen https://www.youtube.com/watch?v=dsmxXz8JCCE

naamgeving alkanen, alkenen, cycloalkanen en alkanolen https://www.youtube.com/watch?v=iTcGbKGHtzU