Sachariden

Monosachariden (enkelvoudig koolhydraat)

Dit zijn de kleinst mogelijke koolhydraat moleculen; zij vormen de bouwstenen voor alle andere koolhydraten bekende bijvoorbeeld glucose (druivensuiker) en fructose (vruchtensuiker). Glucose is de basisleverancier van brandstof. Glucose komt voor in zoete vruchten.  glucose In droge vorm is een witte stof met een minder zoete smaak. Fructose zit in honing en vijgen, fructose is tweemaal zo zoet als alledaagse suiker. Galactose is een belangrijk deel van de disacharide lactose ook wel melksuiker die is opgebouwd uit 1 molecuul galactose en 1 molecuul glucose. Galactose wordt gevormd in de melkklier en komt in planten niet voor.

Disachariden (tweevoudig koolhydraat)

Dischariden zijn opgebouwd uit 2 monosachardiden die met elkaar verbonden zijn, suiker in de koffie is hier een bekend voorbeeld va. In scheikundige termen heet deze suiker sacharose en bestaat het uit de monosachariden glucose en fructose. De suiker wordt uit suikerriet of suikerbiet gewonnen. Een zoete smaak is een kenmerk voor deze sacharose. melksuiker bestaat uit de monosachariden glucose en galactose, alleen smaakt deze niet zoet ookal komen de voedingswaarden overeen.

Polysachariden (meervoudige koolhydraten)

Deze sachariden bestaan meestal uit meer dan 20 monosachariden, en zijn over het algemeen niet oplosbaar in water en hebben geen zoete smaak. Enkele voorbeelden van polysachariden zijn glycogeen, zetmeel en voedingsvezels. Glycogeen is een dierlijke vorm van zetmeel en zorgt voor een koolhydraatreserve in het lichaam. Een molecuul glycogeen kan opgebouwd zijn uit ongeveer 3000 tot 60.000 moleculen glucose. glycogeen is wel oplosbaar in water.

monosachariden