Am Ende der Stunde kannst du...
- die Namen der bekanntesten Sehenswürdigkeiten von Berlin benennen;
- etwas zu den Sehenswürdigkeiten erzählen;
- den Wortschatz zum Thema Ferien anwenden.
Aan het einde van de les kan je...
- de namen van de bekendste bezienswaardigheden van Berlijn benoemen;
- iets over de bezienswaardigheden vertellen;
- de woordenschat van het thema "vakantie" toepassen.