Extra uitleg
Als je de uitleg nog een keer wil bekijken, kan je natuurlijk de kennisclip nog een keer bekijken, maar als je liever geschreven uitleg hebt dan zet ik dat hier neer.
Je gebruikt de present simple (tegenwoordige tijd) bij feiten, gewoonten en regelmatige gebeurtenissen. En je maakt hem op deze manier:
Als we het werkwoord like nemen komt het er zo uit te zien.
I (ik) |
like |
you (jij) | like |
he (hij) | likes |
she (zij, ev) | likes |
it (het) | likes |
we (wij) | like |
you (jullie) | like |
they (zij, mv) | like |
Zoals je ziet komt er bij he, she en it dan een s bij. We noemen dit ook wel de shit regel. Dit geld voor alle regelmatige werkwoorden. Je hebt natuurlijk ook nog onregelmatige werkwoorden, maar daar gaan we het later over hebben.
Bij he, she en it zijn er nog wel een paar uitzonderingen, namelijk:
- Als een werkwoord eindigt op een medeklinker +y, dan krijgt het werkwoord ies. Study --> studies
- Als er een klinker voor de -y staat geld dit niet. Play --> plays
- Als een werkwoord eindigt op een s-klank, dan krijgt het werkwoord -es. Watch --> watches
De enige onregelmatige werkwoorden die we nu wel al gaan bespreken zijn to be en have (got). Deze gebruik je namelijk best vaak.
Dus eerst to be:
I | am |
you | are |
he | is |
she | is |
it | is |
we | are |
you | are |
they | are |
Zoals je kan zien is bijna elke vorm anders. Er is hier helaas niet echt een regel voor en dit zal je dan ook gewoon uit je hoofd moeten leren.
Dan have (got):
I | have (got) |
you | have (got) |
he | has (got) |
she | has (got) |
it | has (got) |
we | have (got) |
you | have (got) |
they | have (got) |
Zoals je hier kan zien zijn alleen he, she en it weer anders. Eigenlijk geldt hier ook bijna de shit regel alleen haal je de -e ook weg.