2.4 Theorie Schakels tussen producent en consument

Producten

In de supermarkt kun je heel veel verschillende producten kopen. De meeste zijn agrarische producten. Sommige producten kun je goed herkennen zoals groente fruit en zuivel. Andere producten herken je niet zo snel zoals pizza. Toch bestaat de pizza uit producten van de boerderij.

 

Tussen de producent en de supermarkt gebeurt er van alles met het product. De oogst, sorteren, bereiden, verpakken enz. Deze logistieke werkzaamheden kan je onderverdelen in verschillende schakels.

De soepfabriek is een schakel in de productieketen. Dit betekent niet dat er in de fabriek maar één ding gedaan word. Er zijn een heleboel logistieke werkzaamheden die in de verschillende schakels gedaan worden:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Verpakking

Elk product doorloopt dus verschillende schakels. Bekijk het filmpje over Gerbera’s. Bekijk eens hoe de gerbera’s gesorteerd en verpakt worden en waarom.

Sorteren en verpakken van Gerbera's

De gerbera’s worden in een doos verpakt waarbij de stelen niet allemaal even lang zijn. De verpakking is hier heel belangrijk voor het transport.

 

 

Verpakking en houdbaarheid.

Vanaf de producent worden producten vervoerd naar de volgende schakel. Daarvoor worden de producten verpakt. Belangrijk hierbij is dat de producten van goede kwaliteit blijven.

In een boomgaard worden tijdens de oogst de appels direct in kuubs kisten gedaan. Deze kisten worden vervoerd naar een sorteercentrum waarna ze opnieuw verpakt worden.

Appeloogst in de Betuwe, verpakt in kuubs kist.

Na sorteren verpakt in doos

Beide soorten verpakkingen voor appels zijn gemaakt om een goede kwaliteit te behouden. De kisten zijn voor transport. Hier zitten de appels maar kort in. De doos is zo ontworpen dat de appels er langer in kunnen zitten. Er kan voldoende lucht langs de verschillende appels, de doos is stevig en de appels stoten niet tegen elkaar.

In deze doos zijn appels lang houdbaar wanneer je ze in de koeling zet.

 

Een verpakking kan er dus voor zorgen dat je een product langer kan bewaren.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Import en export

In de hele wereld vind je producenten, wil je graag iets kopen dat niet in jouw land geproduceerd word dan moet dat product uit een ander land gehaald worden.

Denk bijvoorbeeld aan bananen, die groeien niet in Nederland. Producten uit een ander land halen noem je importeren. Er zijn veel bedrijven die producten importeren, denk aan bloemen uit Afrika, soja uit Brazilië of natuurlijk bananen.

Andere landen hebben ook spullen nodig uit Nederland. Wanneer je vanuit Nederland iets naar het buitenland verkoopt heet dit export.

Nederland is wereldwijd de 2e grootste exporteur van agrarische producten, denk bijvoorbeeld aan onze aardappelen of zuivel die over de hele wereld gaan.

 

 

 

 

 

 

 

Toegevoegde waarde.

Elk product heeft een bepaalde waarde. Appels zijn bijvoorbeeld goedkoper dan kaviaar. Voor de verkoper is het interessant om een zo veel mogelijk geld te verdienen aan een product. Dit kan je doen door het product mooi te verpakken of samen te stellen. De consument betaald zo meer voor jouw product. Dit noem je toegevoegde waarde.

Drie voorbeelden van toegevoegde waarde:

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Koppeling met de eindopdracht

Bekijk het onderstaande filmpje over de verspillingsfabriek.

Verspillingsfabriek

Hier zie je hoe ondernemers een product uit de keten gebruiken in plaats van weggooien. Bekijk van jouw product uit de eindopdracht de verschillende schakels en vul de tabellen uit de opdrachten in.