Arbeidsverhoudingen

werknemer
iemand die werkt in dienst van een ander.
jaarcontract
arbeidsovereenkomst voor één jaar.
werkgever
iemand die werknemers in dienst heeft.
contract voor onbepaalde tijd
het tijdstip van het beëindigen van de overeenkomst ligt niet vast.
individuele arbeidsovereenkomst
overeenkomst waarin de rechten en plichten van de werkgever en werknemer zijn vastgelegd.
opzegtermijn
tijd tussen het bekendmaken dat je ontslag neemt en het moment dat je vertrekt.
arbeidsvoorwaarden
werkafspraken tussen de werknemer en de werkgever.
Bijvoorbeeld over lonen en werktijden.
proeftijd
een periode van maximaal twee maanden waarin de werkgever en de werknemer de overeenkomst per dag kunnen opzeggen.
primaire arbeidsvoorwaarden
afspraken over lonen en werktijden.
ontslag op staande voet
ontslag zonder opzegtermijn.
secundaire arbeidsvoorwaarden
afspraken over andere zaken dan over lonen en werktijden.
arbeidsmotieven
redenen om te gaan werken.
collectieve arbeidsovereenkomst (cao)
gemeenschappelijke afspraken voor werkgevers en werknemers in dezelfde beroepsgroep.
Arbeidstijdenwet (ATW)
wet waarin voor jongeren geregeld is wat voor soort werk ze mogen doen en op welke tijden ze mogen werken.
vakbond
vereniging van werknemers in ongeveer dezelfde beroepsgroep.
schoolverlater
iemand die (vaak zonder diploma) de school verlaat om te gaan werken.
vakcentrale
samenwerkingsverband van verschillende vakbonden.
positieve discriminatie
een groep werknemers bij gelijke geschiktheid de voorkeur geven.
werkgeversorganisatie
samenwerkingsverband van werkgeversbonden.
Arbowet
wet op de arbeidsomstandigheden.
algemeen verbindend
de minister verklaart een cao geldend voor alle werknemers van een beroepsgroep.
voltijdbaan (fulltime baan)
baan voor de hele week: 36 of 40 uur.
minimumjeugdloon
loon dat personen jonger dan 22 jaar minimaal moeten verdienen.
deeltijdbaan (parttime baan)
baan voor een deel van de week.