| bedrijfskosten alle kosten die een bedrijf maakt bij het produceren van goederen en diensten. |
afzet het aantal verkochte producten. |
| afschrijvingskosten kosten door het minder waard worden van machines. |
omzet het geldbedrag dat de verkoop van producten oplevert. omzet = afzet x prijs. |
| kostprijs alle kosten die een ondernemer maakt om één product te maken. |
brutowinst bedrag dat overblijft als van de omzet de inkooppprijs is afgehaald. brutowinst = omzet - inkoopprijs. |
| constante kosten kosten die een ondernemer ook maakt als hij geen goederen of diensten produceert. |
nettowinst bedrag dat overblijft als van de brutowinst de bedrijfskosten zijn afgehaald. nettowinst = brutowinst - bedrijfskosten. |
| variabele kosten kosten die samenhangen met de productie van de goederen en diensten. |
Belasting Toegevoegde Waarde (btw) belasting die je betaalt als je iets koopt. |
| parallelzaak het assortiment bestaat uit producten die niets met elkaar te maken hebben. |
marketingbeleid alles wat een ondernemer doet om zijn doelgroep te bereiken. Het product-, plaats-, personeels-, prijs- en promotiebeleid. |
| speciaalzaak het assortiment bestaat uit producten die bij elkaar horen. |
doelgroep de kopers op wie een ondernemer zich richt. |
| productpromotie reclame waarbij niet de prijs maar (de kwaliteit van) het product centraal staat. |
prijspromotie reclame maken met de prijs. |
| assortiment de producten die een ondernemer verkoopt. |
