Vanaf 1500 verkenden Portugese zeevaarders de kuststrook aan de Atlantische Oceaan tot het punt waar nu Rio de Janeiro ligt. Ze hoopten er kostbare grondstoffen te vinden, vooral goud. Die waren er niet te vinden. Wel zagen ze dat grote delen van de kuststrook vruchtbaar zijn en dus geschikt voor plantagelandbouw. In 1530 werd dit gebied meer een echte kolonie toen edelen stukken land kregen van de Portugese koning in ruil voor hun trouw. Vanaf die tijd zijn de plantages aangelegd. Later trokken Portugese kolonisten verder het land in, op zoek naar kostbare grondstoffen. In de zeventiende eeuw (1631) veroverden Nederlanders een deel van de Portugese kolonie in het noordoosten van Brazilië. Erg lang hielden ze niet stand, in 1654 werd het gebied door de Portugezen heroverd en weer aan hun kolonie toegevoegd.
Bekijk deze korte video over hoe Nederland Brazilië als kolonie verloor.
Na 1822 veranderde het importpakket (de verschillende soorten producten die een land invoert) van Brazilië naarmate er steeds meer industriële producten kwamen uit Engeland, de Verenigde Staten en andere geïndustrialiseerde landen. De invoer van deze producten werd bekostigd met de opbrengst van de uitvoer van grondstoffen. Dit is goed te zien op de handelsbalans van Brazilië, een overzicht van de inkomsten uit de export en van de uitgaven voor de import van het land. De verhouding tussen de prijs van de import en de opbrengst van de export is de ruilvoet.
Lees van de tekst ‘Geschiedenis’ de paragraaf ‘Brazilië wordt republiek’. Je mag daarnaast ook andere bronnen gebruiken om de vragen te beantwoorden.