Theorie een- en tweezaadlobbigen

Een- en tweezaadlobbigen.

Los van een aantal verschillen tussen een- en tweezaadlobbigen hebben de een- en tweezaadlobbigen een groot ding gemeen. Ze hebben namelijk beide houtvaten en bastvaten. De bastvaten zorgen voor het transport van de producten van fotosynthese vanaf de bladeren naar de rest van de planten. Deze producten zijn water en glucose zijn gaan naar plekken waar ze nodig zijn. De houtvaten zorgen voor het transport van mineralen en water van de wortels naar de rest van de plant.

Het belangrijkste verschil tussen een eenzaadlobbigen en tweezaadlobbigen is dat bij een eenzaadlobbigen plant de zaden  maar 1 zaadlob hebben. Voor de tweezaadlobbigen geldt dat de zaden twee zaadlobben hebben.

De zaden in een plant slaan het reservevoedsel op die nodig is bij de ontkieming.  Ook in de vaatbundels zijn verschillen te vinden tussen eenzaadlobbigen en tweezaadlobbigen. Zo zijn de vaatbundels bij een eenzaadlobbigen plant verspreid door de stengel terwijl bij een tweezaadlobbigen plant de vaatbundels in een ring staan.

1: Dwarsdoorsnede eenzaadlobbigen plant 2: Dwarsdoorsnede tweezaadlobbigen plant               Vergroting dwarsdoorsnede eenzaadlobbigen plant.

Onderdelen vaatbundel eenzaadlobbigen

Voor meer verschillen tussen een één- en tweezaadlobbigne wordt er dichter op de plant en ook in de plant gekeken.

Hieronder staat een overzichtstabel met nog wat andere verschillen tussen een- en tweezaadlobbigen.

Eenzaadlobbigen

Tweezaadlobbigen

1 zaadlob 2 of meer zaadlobben
Geen diktegroei (éénjarige planten) Diktegroei mogelijk (meerjarige planten)
Vaatbundels verspreid Vaatbundels in een ring