Opdrachten

 

..1.   Kennis over hoeken

Neem onderstaande zinnen over in je schrift en vul op .... het juiste begrip of aantal graden in.

  1. Een hoek tussen 0o  en 90o  noemen we een ....
  2. Een gestrekte hoek is precies .....o
  3. Een hoek van 90o noemen we een .....
  4. Een hoek tussen ... en .... noemen we een stompe hoek

 

..2.   Kennis over hoeken

Bekijk de afbeelding hier naast.

Bij het meten van deze hoek wordt een fout gemaakt.
Schrijf in je schrift wat deze persoon verkeerd doet bij het meten van deze hoek.

 

Gebruik in je antwoord het begrip scherpe hoek of het begrip stompe hoek. Beide mag ook.

 

 

..3. Hoeken meten

Op het werkblad is de volgende afbeelding afgedrukt.

Meet de hoek op. Noteer het antwoord in je schrift.

Maak gebruik van het hoekteken

 

..4. Hoeken meten

Op het werkblad is de volgende afbeelding afgedrukt.

Meet de hoek op en noteer het antwoord in je schrift.

Maak gebruik van het hoekteken

 

..5.   Hoek in een assenstelsel
  1. Teken in je schrift een x-as van -4 tot 6 en een y-as van -3 tot 4. Zet er ook de woordjes x-as en y-as bij.
  2. Teken de punten A(-4 , -1), B(0 , -3) en C(-2 , 0).
  3. Verbind A met C  en B met C.
  4. Meet nu de ruimte (de hoek) tussen lijnstuk AC en BC. Noteer het aantal graden in je schrift.

 

  1. Teken ook de punten P(-2, 4),   Q(0 , 1)  en R( 6 , 1)
  2. Verbind P met Q en Q met R
  3. Meet de ruimte (de hoek) tussen lijnstuk PQ en QR. Noteer het aantal graden in je schrift.

 

..6. hoeken meten

Op het werkblad is de volgende afbeelding afgedrukt.
Meet in deze afbeelding alle hoeken op en noteer dit netjes in je schrift.
Maak ook nu weer gebruik van het hoekteken

 

..7. Hoeken meten in een driehoek

Op het werkblad zie je de afbeelding van een driehoek.
Om je te helpen hebben we enkele zijden van de driehoek alvast verlengd met een stippellijntje zo kun je gemakkelijker meten.

  1. Meet hoek A.
  2. Meet hoek B.
  3. Meet hoek C.

* Als je alle graden van de hoeken van je driehoek bij elkaar optelt moet je tot 180o. Dit is een handigheidje om te controleren of je het goed hebt gedaan.

 

    ..8. Hoeken meten in een driehoek

    Op het werkblad zie je de afbeelding van een driehoek.
    Lijn CD deelt deze driehoek in twee stukken. Daardoor worden hoek C en hoek D ook in twee stukken gesneden. Je kunt dit zien aan   en

    Meet alle hoeken met een * noteer de graden netjes in je schrift.
    Maak weer gebruik van het hoektekentje.

     

    ..9. Kijkhoek meten

    Op de afbeelding op het werkblad zie je Feline op het schoolplein staan.

    1. Feline kijkt richting haar vrienden. Teken de kijklijnen van Feliné.
    2. Welke vrienden worden niet door Feline gezien. Noteer de namen in je schrift.
    3. Meet de kijkhoek van Feliné op en noteer het aantal graden in je schrift.

     

    ..10. Auto rijden

    Op de afbeelding op het werkblad zie je een verkeerssituatie. Het zicht van de taxichauffeur wordt voor een deel geblokkeerd door de rode vrachtauto

    1. Teken de kijklijnen vanuit de taxi. langs de vrachtauto.
    2. Meet de kijkhoek van de taxi op en noteer het aantal graden in je schrift.
    3. Kan de taxi boven aan het plaatje de politieauto zien?

     

     

    ..11. Kijkhoek meten

    Op de afbeelding op het werkblad zie je een verkeerssituatie.

    1. Teken het zichtveld van beide fietsers
    2. Meet de hoeken van het zichtveld op en noteer de graden in je schrift

     

    ..12. Hoek in een assenstelsel

    Op de afbeelding op het werkblad zie je een assenstelsel.

    1. Noteer de coördinaten van punt C
    2. Meet hoeveel graden    is en noteer het antwoord in je schrift.
    3. Meet ook de andere hoek op en noteer het antwoord in je schrift.