Opgaven

...1.   Grootheid en Eenheid
  1. Schrijf de definitie (omschrijving) van het begrip grootheid op.
  2. Noteer op je ruitjespapier twee grootheden.
  3. Schrijf de definitie (omschrijving) van het begrip eenheid op:
  4. Noteer op je ruitjespapier twee voorbeelden van eenheden.

 

...2.   Hardlopen

Gerelateerde afbeeldingOrlando wil graag fit blijven, daarom gaat Orlando vaak een stukje hardlopen in het park.
Orlando loopt met een gemiddelde snelheid van 11 km/u.

 

  1. 11 km/u, hoeveel meter per seconde (m/s) is dat?
  2. Het eerste stuk van zijn hardlooptocht is een rechtstuk van 200 meter. Hoeveel seconde doet Orlando over dit stuk?
  3. Het totale hardlooprondje van Orlando is 4,8 km. Hoeveel minuten en seconden doet Orlando over zijn hardlooprondje? Rond je antwoord af op hele seconden.

 

...3.   Snelheden omrekenen.

Reken de volgende snelheiden om:

  1.    15 km/u = .... m/s
  2.     3,5 m/s = ... km/u
  3.    15 km/u = .... m/s
  4.    Een slak legt in 1 seconde 30 cm af, hoeveel kilometer per uur is dat?
  5.    Een vliegtuig vliegt 780 kilometer per uur, hoeveel meter per seconde is dat?

 

...4.

Hoe 'hard' ga je?

Bekijk onderstaande afbeelding op je werkblad en verbind de activiteit aan de bijbehorende snelheid

 

...5.   Grootheid en Eenheid
  1. Bij welke grootheid horen de volgende eenheden: vierkante meter, vierkante kilometer, mm2
  2. Noteer twee eenheden van gewicht.
  3. Noteer twee eenheden van tijd.
  4. Bij welke grootheid horen de volgende eenheden: m/s en kilometer per uur (km/u)

 

...6. Tijd, afstand, snelheid.

Vul de ontbrekende gegevens in de tabel op je werkblad in. Let op rond indien nodig af op 3 decimalen (3 getallen achter de komma)

  km/u

  afstand

    tijd

   M/s

  ...

35 km

  20 min.

29,167 m/s

96 km/u

  ...

  15 min.

  ... m/s

  ...

  ...

  12 min.

   5  m/s

75 km/u

15 km

  ...

... m/s

25 km/u

  ...

  50 min.

  ... m/s

 

 

...7.   Een rondje fietsen.

Rick is 12 minuten geleden met de fiets van huis gegaan.
Op zijn kilometertellertje ziet hij dat hij inmiddels 4 km heeft afgelegd.

Bereken de gemiddelde snelheid waarmee Rick fietst.

...8.   Context opgaven

Bereken. Teken bij iedere opgave zelf de tabel op je ruitjespapier.

  1. Lina trekt haar wandelschoenen uit. Ze heeft  zonet een tocht van 11,4 km gewandeld.  Lina heeft in totaal met pauze 3 uur en 21 minuten over deze wandeltocht gegaan. Bereken de gemiddelde snelheid van Lina in km/u.

 

  1. Shane kwam gister bijna te laat op school. Hij fietste de longen uit het lijf om op tijd te komen. Hij vertrok om 07:48 uur naar school. Precies om 08:00 kwam hij aan op school. Hij moest 4,7 km fietsen. Wat is zijn gemiddelde snelheid in kilometer per uur?

 

  1. Als je met het vliegtuig naar Ankara vliegt doe je er 3 uur en 12 minunten over met het vliegtuig. De afstand die je dan aflegt is 3615,9km. Een auto rijdt gemiddeld 100 km/u. Hoeveel uur sneller ben je als je met het vliegtuig gaat in plaats van met de auto?