Romeinse tijd (tot zo’n 600 Na Christus)
In de Romeinse tijd stookt men óók vuurtjes in huis, net als bij de grotbewoners uit de prehistorie. Een groot verschil is dat de warmte niet zomaar wegwaaide uit de grot, maar dat nu deze warmte beter ín de woning bleef omdat deze voorzien was van bijvoorbeeld deuren en luiken voor de ramen (glazen ruiten hadden ze nog niet).
Deze vuren werden gestookt op vuurplaatsen. We kennen dit nu als een “open haard”.
Verder werd er bij de luxere villa’s vuur gestookt in de kelder. De warme lucht hiervan leidde men door kanalen onder de vloeren door. Hier is de “vloerverwarming” geboren! De warme lucht ging ook onder het bad door zodat men eindelijk een lekker heet bad kon nemen.
Het was nu dus mogelijk geworden om de warmte van het vuur te transporteren, van de bron weg, naar andere plaatsen waar óok warmte nodig was. Hierdoor hoefde men nog maar op één plaats het vuur te stoken en aan te houden.
De romeinen waren hiermee hun tijd ver vooruit, want dit principe wordt tot op de dag van vandaag gebruikt.
Het was nu dus mogelijk geworden om de warmte van het vuur te transporteren, van de bron weg, naar andere plaatsen waar óok warmte nodig was. Hierdoor hoefde men nog maar op één plaats het vuur te stoken en aan te houden.
De romeinen waren hiermee hun tijd ver vooruit, want dit principe wordt tot op de dag van vandaag gebruikt.