Vanaf 2000 neemt de wedloop om land in Brazilië toe. Diverse belangengroepen proberen meer land in bezit te krijgen. Dat zijn in de eerste plaats projectontwikkelaars die grond nodig hebben voor woonwijken of bedrijfsterreinen aan de rand van steden. Verder zijn het particulieren die land opkopen om er een tweede woning te bouwen. Twee andere belangengroepen springen eruit omdat ze grote invloed hebben op het leven op het platteland.
Grote landbouwondernemingen en landen
Meer en meer grond komt in handen van grote landbouwondernemingen (zie ook Stap 3) die cash crops verbouwen, gewassen voor de uitvoer. Het gaat vooral om koffie, suiker, sojabonen en fruit. Of ze nemen land in gebruik voor veeteelt. Het vlees is ook grotendeels bestemd voor de uitvoer. De ondernemingen zijn Braziliaans, maar komen ook uit de Verenigde Staten, Zuid-Korea, Japan, Chili en Argentinië.
Ook landen als China en de Golfstaten kopen grond, maar dan om voedsel te verbouwen voor hun eigen bevolking. China heeft een enorm grote bevolking en de Golfstaten hebben weinig landbouwgrond. Het gaat niet altijd even netjes: nationale en/of internationale investeerders kopen of pachten grote stukken grond en niet zelden moeten de bewoners en de kleine boerenbedrijven vertrekken. Dat, het opkopen of in gebruik nemen van grond ten koste van de lokale bevolking, wordt landroof genoemd (landgrabbing).
Mijnbouwondernemingen en energiesector
Mijnbouwondernemingen hebben vooral belangstelling voor gebieden in het Amazonegebied waar goud en andere bodemschatten te vinden zijn. Ook voor de bouw van waterkrachtcentrales langs rivieren wordt land gereserveerd.
Kijk nog eens naar de video uit Stap 2 en naar de volgende video's.