1.6 Problemen door communicatiestoornissen

Als je communiceert stellen je zintuigen je in staat boodschappen op te nemen. Met je ogen kun je signalen, gebaren en dergelijke waarnemen en met je oren kun je luisteren. Behalve je zintuigen, spelen ook je hersenen een belangrijk rol. Daarbij komt ook nog je spraakorgaan die goed moet functioneren. Hiermee worden je tong, lippen, neusholte en stembanden bedoeld.

We spreken van een communicatiestoornis wanneer bij iemand sprake is van onvermogen om adequaat informatie te geven en/of te begrijpen als gevolg van een orgaan- of lichaamsfunctie die ontbreekt.

Zintuiglijke beperkingen

De oren en ogen spelen de grootste rol bij het communiceren. Als je niet hoort of ziet dan mis je belangrijke signalen om informatie goed op te kunnen nemen.

Lichamelijke beperkingen en hersenletsel

Hier is vooral een probleem bij het zenden van infromatie. Bijvoorbeeld mensen die spastisch zijn praten ook moeilijk. Een hersenletsel kan afasie veroorzaken. Als je afasie hebt dan kun je niet meer duidelijk maken wat je bedoelt en/of je begrijpt niet meer wat iemand anders bedoelt.

Verstandelijke beperking

Het is belangrijk om in de communicatie aan te sluiten bij de cliƫnt. Soms is het handig om eenvoudige woorden en korte zinnen te gebruiken.