Niet alle zure stoffen zijn even zuur. We geven dit aan met de zuurgraad. De zuurgraad kunnen we uitdrukken met de pH-schaal. Op deze schaal kunnen we aangeven hoe zuur een stof is. We bepalen dan de pH-waarde: het getal dat de stof heeft op de pH-schaal. Is een stof erg zuur of basisch, dan zijn ze meestal gevaarlijk voor o.a. je huid.
In praktijk heeft de pH bijna altijd een waarde tussen 0 en 14. Maar een hogere pH dan 14 en zelfs een negatieve pH is in zeldzame gevallen mogelijk. Een beroemd voorbeeld is het water uit een ijzermijn in Redding in de VS. Hier werd maar liefst een pH van -3,6 gemeten!
Hieronder zie je de pH-schaal waarop is aangegeven wanneer we een stof zuur, neutraal en basisch noemen. Ook staan er enkele voorbeelden van bekende stoffen bij.

Er geld dus:
Een oplossing met een pH-waarde < 7 heet een zure oplossing.
Een oplossing met een pH-waarde = 7 heet neutrale oplossing (of: pH-neutraal).
Een oplossing met een pH-waarde > 7 heet een basische oplossing.