Filtreren en zeven

Video-uitleg over filtreren https://schooltv.nl/item/filtreren-hoe-maak-je-een-troebele-vloeistof-helder/

Bij filtreren kun je stoffen scheiden op basis van de deeltjesgrootte. Je gebruikt daarbij een filter met gaatjes van een bepaalde grootte. Deeltjes die kleiner zijn dat de gaatjes gaan door het filter heen. Ze komen terecht in het filtraat. Deeltjes die groter zijn dan de gaatjes in het filter blijven achter op het filter. Dit noemen we het residu. Op het lab gebruiken we meestal een rond filter dat we 2x dubbel vouwen en dan in een trechter zetten: kijk maar eens naar de volgende video.

Filter vouwen https://www.youtube.com/watch?v=E_zjoeOo_l4

De gaatjes in een filter zijn zo klein dat ze niet te zien zijn met het blote oog. Maar toch zijn ze nog veel groter dan moleculen. Een opgeloste stof (die bestaat uit losse moleculen) gaat er dus makkelijk doorheen. Maar brokjes vaste stof blijven gemakkelijk achter. Filtreren is dan ook een geschikte scheidingsmethoden voor een suspensie of voor bijvoorbeeld rook.

Zeven lijkt erg op filtreren, met als verschil dat een zeef bedoelt is om grotere vaste deeltjes vast te houden en een filter veel kleinere vaste deeltjes kan vangen. Denk maar aan een speelgoed zeef waarmee je op het strand schelpen en steentjes uit het zand kunt halen.