Fase(overgang) op molecuulniveau

Stoffen kunnen in drie verschillende fasen voorkomen:

  1. in vaste fase.
  2. in vloeibare fase.
  3. in gasvormige fase.

Nu we dat weten, gaan we kijken hoe de verschillende fasen er op moleculair niveau uitzien. In de volgende afbeelding stelt elk blauw bolletje een willekeurig molecuul voor. Laten we voor het gemak zeggen dat elk blauw balletje in de volgende afbeelding een watermolecuul voorstelt.

A. Vloeibare fase | B. Vaste fase | C. Gasvormige fase

Bij afbeelding A zie je de stof water in zijn vloeibare vorm. In de vloeibare fase hebben de moleculen de mogelijkheid om vrij te bewegen. Maar tijdens dit bewegen maken ze veel botsingen met elkaar. Je kunt het vergelijken met een volle discotheek: Je wilt van de dansvloer naar de bar en onderweg bots je heel veel tegen andere mensen aan.

Bij afbeelding B zie je stof water in zijn vaste vorm. In de vaste fase hebben de moleculen geen bewegingsvrijheid. Maar ze staan ook niet stil. Ze trillen op hun plek. Bovendien zitten ze ook in een geordende structuur. Deze fase kan je vergelijken met een gezellig nummer waar iedereen omarmd en op de maat van de muziek heen en weer gaat bij een concert van een grote popartiest. Je kunt nergens heen, maar je staat ook niet stil.

Bij afbeelding C zie je de stof water in gasvorm. In de gasvormige fase hebben de moleculen, net als bij de vloeibare fase, de mogelijkheid om vrij te bewegen. Alleen in de gasvormige fase hebben ze veel meer ruimte tussen elkaar zitten, kunnen ze zich sneller bewegen en zullen ze minder vaak tegen elkaar aanbotsen. Dit kan je vergelijken met de ZiggoDome met daarin maar 100 mensen. Deze mensen kunnen zich dan ook vrij door te ruimte begeven (in rechte lijnen), zonder heel vaak tegen elkaar aan te botsen.