Vragen en antwoorden

P6-K1-W5 Voert coördinerende taken uit

De persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen voert coördinerende taken uit. Zij maakt een planning en verdeelt

de werkzaamheden. Zij deelt kennis en ervaring met collega's en deskundigen, en werkt integraal samen met

betrokkenen en andere professionals. Ze neemt deel aan voor de afstemming relevante overlegvormen. Zij zorgt

voor een goede afstemming met deskundigen vanuit andere disciplines, continuïteit van de dienstverlening en

ondersteuning bij de werkzaamheden. Met de uitgewisselde informatie vormt zij een compleet beeld van de zorg-

/dienstverlening. Zij past haar aanpak aan als blijkt dat dit nodig is. Daarnaast bespreekt zij eventuele knelpunten

in de werkzaamheden met betrokkenen en zoekt naar mogelijkheden deze op te lossen.

De persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen:

- raadpleegt tijdig en regelmatig collega’s en andere deskundigen;

- deelt proactief haar kennis en ervaringen met collega's en andere deskundigen;

- zorgt voor een effectieve verdeling van taken door rekening te houden met capaciteit, middelen, heldere

rolverdeling, evenwichtige verdeling van de werkbelasting en afstemming;

- geeft heldere en relevante informatie/ instructies;

- geeft opbouwende feedback op het functioneren van anderen;

- signaleert tijdig mogelijke problemen zodat werkzaamheden kunnen worden afgerond binnen de beschikbare tijd;

- monitort effectief de voortgang.

De onderliggende competenties zijn: Aansturen, Begeleiden, Samenwerken en overleggen, Plannen en organiseren

Hoe kan ik een activiteit opzetten, coördineren en uitvoeren?

Door een plan te maken wat voor activiteit ik zou willen organiseren. Wie ik daarvoor nodig heb, Welke benodigdheden ik nodig heb voor de activiteit. Mensen aansturen wat ze kunnen doen, wie ze moeten ophalen,

Hoe stem ik af met collega’s over de inhoudelijke en praktische coördinatie?

Door eerst gezamenlijk met elkaar te gaan zitten en te overleggen. Wie wat zou willen doen, waar ze heen gaan om de personen op te halen, wat ieder zijn taken zijn en hoe we inhoudelijk het beste ervan kunnen maken

Hoe signaleer ik knelpunten in de zorg en maak ik deze bespreekbaar?

Door goed te observeren hoe het gaat met me collega’s of ze zich ook aan de gestelde regels houden die binnen het bedrijf zijn, bijvoorbeeld sieraden af, tijdens de werkzaamheden.

Hoe werk ik samen met andere disciplines binnen mijn instellingen en met betrokken instanties daarbuiten?

Als er andere disciplines binnen mijn instelling zijn. Kijk ik wat ze zijn, waarom ze zo zijn en hoe ze te werk gaan met deze disciplines. Hoe de communicatie is met betrokkenen instanties van buiten af. Wat hun disciplines zijn en hoe wij gezamenlijk tot een goed uiteinde komen.

Hoe pas ik mijn aanpak aan als de inhoudelijke zorg hier om vraagt.

Door mezelf er voor open  te stellen voor de cliënten die om de zorg vragen. Hun vraag aan te horen en te observeren tijdens de gesprekken. Alleen de relevante informatie te noteren en bespreekbaar te maken met de leidinggevende.

Hoe los ik problemen die ik tegen kom in de coördinatie van de zorg op.

De problemen die ik tegen kom maak ik zo nu en dan bespreekbaar, of met mijn collega’s van de zorg of met mijn stagebegeleider, of  anderen. Zodat ik weet wat ik de volgende keer anders zou kunnen doen of juist wat ik totaal niet moet doen.