vragen en antwoorden

B1-K1-W4

  1. Hoe ondersteun je bij mogelijkheden, wensen en behoeften?
  2. als je de cliënt ondersteunt bij zijn wensen en behoeften bouw je een band op met elkaar. Verder is het ook handig om je cliënt te ondersteunen bij iets wat hij al kan.
  3. zoals: ik had een cliënt die wou even een balletje trappen en vroeg ons mee terwijl niet iedereen echt zin had gingen we toch zijn behoefte doen. een andere behoefte was om te gaan schaatsen met hem en dat heb ik ook gewoon gedaan.

 

  1. Wat is regie ten aanzien van dagbesteding?
  2. Wat de cliënt zijn intresses zijn en hoe stem je die af ten aanzien van de dagbesteding. De cliënt mag zelf inspraak doen over waar hij bijvoorbeeld zijn dagbesteding wilt gaan doen.
  3. ik had samen met een collega gekeken bij de dagbesteding en weten hoe ze daar met cliënten omgaan.

 

  1. Hoe begeleidt en coach je bij het voeren van eigen regie?
  2. hoe je het begeleidt en de coach je bij voeren van eigen regie? door de cliënt in zijn of haar eigen waarde te laten. maar wat is nou in eigen waarde laten. Dat je de cliënt niet minder laat voelen dan hij of zij is. Dat je weet wat je cliënt wel of niet kan.
  3. ik begeleid een cliënt bij zijn dagtaken. Door hem te vragen van moeten we nog iets doen of hebben we alles al gedaan of zijn we nog iets vergeten. Kom ik er achter of ik hem in zijn eigen waarde laat. Verder als mijn cliënt wat goed gedaan heeft complimenteren wij hem er mee

 

  1. Hoe maak je een plan van aanpak gericht op dagbesteding?
  2. je gaat kijken wat er allemaal te doen is en hoe je het er beste mee kan om gaan. Hoe je het voor iedereen begaanbaar maakt en hoe het toch intressant en leuk blijft. Verder ga jij kijken of je doelen eraan vast kunt gaan maken.
  3. Doormiddel om doelen te stellen dat ze binnen zoveel minuten hun rekensommen afgemaakt hebben.

 

  1. Welke activiteiten voeg je toe aan het plan van aanpak?
  2. activiteiten die de cliënt graag wilt doen of zich wilt in ontwikkelen.Die ook aansluiten bij de doelen van het plan van aanpak.
  3. De activiteiten die ik erbij wil gaan doen waren: Oefenen met zelfredzaamheid,voetballen met elkaar en omgaan met emoties.

 

Hoe motiveer je een cliënt?

leef je daadwerkelijk in de de cliënt dan weet de cliënt ook wat hij overbrengt. Wees ervoor je cliënt als de cliënt ergens mee zit wees er ook voor hem. Probeer eens te gaan kijken hoe je cliënt zich gedraagd en speel daar eens op in.

Door te zeggen dat we eerst wat saais gaan doen en daarna wat leuks. je moet het een beetje 50/50 doen. en misschien er een beloning aan koppelen.

  1. Welke motivatietechnieken zijn er?
  2. open vragen stellen,reflectief luisteren,bevestigen, samenvatten en VERANDERTAAL UITLOKKEN​
  3. ik heb gesprekken gehad met mijn cliënten en daar bij heb ik verschillende van deze technieken gebruikt. De verandertaal uitlokken ik begon met een vraag wat wil je graag bereiken? Daarna vroeg ik hem hoe de cliënt dit wilt bereiken en waarom en wie die daar voor nodig heeft. Toen vroeg ik hem is het haalbaar om dit te gaan doen.

 

  1. Hoe ondersteun je een cliënt bij het omgaan met gevoelens en veranderingen?
  2. je luisterd goed naar de cliënt je laat hem/ haar in zijn waarde en verteld dat het wel goed gaat komen. door er voor hem te zijn ondersteun je de cliënt ook.
  3. ik ondersteun de cliënt met mijn vaardigheid van een luisteren oor en mijn ervaringen die ik heb mee gemaakt. Het gesprek ging over zijn gevoelens daarbij komt natuurlijk veel emotie bij los maar hij had het gevoel dat hij dit alleen moest doen ik stelde hem gerust en zei nee hoor wij zijn er voor jou!

 

  1. Wat zijn ontwikkelingsgerichte activiteiten?
  2. dat zijn activiteiten die de ontwikkeling van een cliënt bevordert
  3. ik had verschillende activiteiten in mijn gedachte die wij met de jongere konden gaan doen waardoor hij zich beter kon ontwikkelen. voetbal omdat je samen moet gaan werk met elkaar om een goed resultaat neer te zetten. verder hadden we bedacht voor hem om instuerende opdracht te gaan doen zodat hij daar niet op achter zou gaan lopen. Door te voetballen leert hij samen te werken tijdens het sporten en geeft het hem ruimte omdat elders ook te doen. Door hem een instuerende opdracht te laten doen testen wij zijn kennis wat hij nog had.

 

  1. Hoe begeleid je een cliënt bij ontwikkelingsgerichte activiteiten –en leersituaties?
  2.  hoe je aansluit met je houding en je begeleidingstijl bij de cliënt tijdens de begeleiding.
  3. Toen mij clIënt bezig was met zijn huiswerk liet ik hem eerst even in het diepe vallen. Maar als hij vragen had kon hij wel bij mij terecht komen. Dus ik had een open houding voor hem .

 

  1. Welke methodiek kun je hiervoor toepassen?
  2. de methode van Vlaskamp waarom: zodat je beter bi jde behoeftes van je cliënt kan aansluiten waarbij dat nodig is
  3. Ik had zelf nog nooit eerder van de Vlaskamp methode gehoord als ik eerlijk moet zijn. Mijn vorige stagebegeleider kwam er mee en zei doe hier maar onderzoek naar. Test het eerst uit op een collega en dan op mij.