vragen en antwoorden

1. Ik heb kennisgenomen van de protocollen procedures en wettelijke richtlijnen en volg deze op.

 

2. Ik weet wat mijn vakgebied inhoud.

Stage: Door te vragen aan mijn collega’s die het zelfde doen als ik toch vragen wat eigenlijk ons vak gebied inhoudt. Dan kom je toch nog wel uit op verschillen bij elkaar

Theorie: Als een persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen.  Hoe je de cliënten/patiënten die hulp nodig hebben met verschillende doeleinden begeleid/ondersteunt. Je gaat met de toestemming van de cliënt/patiënt in het dossier van hem of haar kijken om meer te weten te komen over hun. zodat je zelf het beste kan kiezen hoe je het wilt aanpakken met de cliënten/patiënten. En wat voor begeleiding ze nodig hebben of wat voor diagnoses hun hebben. Welke doelen ze hebben.

3. Ik verdiep mij in de route van signaleren naar melden en informeren( Mim , Mip melding incident medewerker, melding incident patiënt.

Theorie: MIM: dit wordt gemeld doormiddel van een MIM-formulier. Als er sprake is van grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van een medewerker. Zo kun je makkelijker zicht houden op grensoverschrijdend gedrag in de organisatie.

MIP: als er een incident plaats gevonden heeft die tijdens het zorgen voor de patiënten schade aan de patiënt heeft gebracht, of schade kan aanbrengen. De benaming hiervoor is Meldingen Incidenten Patiëntenzorg.

4. Ik verdiep mij in de werkwijze van collega’s m.b.t kwaliteitsverbetering

Stage: Ik kijk naar de werkwijze van mijn collega’s en observeer hoe hun te werk gaan. Daarbij moet ik wel goed er om denken dat hun langer het vak doen dan ik. Dus ik moet niet te betweterig overkomen naar hun. Na het geobserveerd te hebben ga ik m.b.t de kwaliteitsverbetering in hun handelen. Ik geef ze feedback doormiddel van de sandwich methode.

5. Ík durf knelpunten aan te geven

De knelpunten die ik tegen kom op mijn stage geef ik aan op een manier dar beide partijen er wat aan hebben. Ik maak ze bespreekbaar met me stagebegeleider, en locatiemanager.

 

6. Ik ben op de hoogte van de ARBO en de daarbij behorende regels.

De regels en de ARBO zelf ben ik zelf op de hoogte van. Hygiënisch werken. Het privé houden van de cliënt gegevens.

7. Ik kan verbeterpunten overtuigend overbrengen.

Ik zoek eerst uit van hoe en wat de knelpunten zijn op mijn stage. Na dat ik het onderzocht heb zoek ik de persoon op waarbij ik het neerleggen moet. Dan zeg ik wat ik gezocht heb en mijn eigen kijk erop. Door voorbeelden te noemen van de praktijk komt het overtuigender over bij me mede collega’s

 

8.Ik zet eigen expertise in voor het verbeteren van de werkzaamheden.

Mijn eigen expertise die probeer ik zoveel en zo vaak mogelijk in te brengen tijdens de werkzaamheden die ik op mijn stage doe. Door een andere kijken erop te hebben dan collega’s die er meer ervaring hebben als ik.

9.Ik breng mijn eigen kwaliteit m.b.t mijn werkzaamheden in kaart.

Tijdens mijn werkzaamheden gebruik ik de kwaliteiten die ik zelf heb, zorgzaam omdat ik het beste en het veiligste wil voor mijn cliënten, luisterend oor, door te luisteren naar de cliënten wat ze willen of af hun wat dwars zit. Vrolijkheid, vaak veel lachen en enthousiast zijn en hun benaderen

10. Ik maak het bespreekbaar als collega’s niet werken volgens protocollen

Zelf probeer ik collega’s als ik zie dat zij bepaalde protocollen niet handhaven. Dan probeer ik ze daar op een gepaste manier te benaderen.  Ik geef ze geen kritiek maar ik geef ze feedback op de manier van hoe ze het protocol niet gehandeld hebben.