Je gaat een tekst lezen over vriendschap.
Daarna maak je oefeningen.
Eerst maak je een oefening waarbij je vragen over de betekenis van woorden uit de tekst krijgt.
Oefening 2 is een oefening 'check your understanding' met vragen over de tekst.
Quotes about friendship:
Some friends come into our lives for just a short time. Others come and stay forever. |
Hoe vond jij deze opdracht gaan?
Geef bij elk onderdeel aan hoe jij vond dat het ging.
Onderdeel |
Goed |
Voldoende |
Onvoldoende |
Woordenschat |
Je beheerst alle eenvoudige woorden om een briefje, e-mail of eenvoudige tekst te kunnen begrijpen. |
Je beheerst de meest noodzakelijke woorden om een briefje, e-mail of eenvoudige tekst te kunnen begrijpen. |
Je beheerst niet voldoende woorden om een briefje, e-mail of eenvoudige tekst te kunnen begrijpen. |
Zinsbouw en grammatica | Ik kan de werkwoordsvormen en zinnen goed herkennen en begrijpen. | Ik kan genoeg zinnen en werkwoordsvormen herkennen. Ik begrijp sommige zinnen en werkwoordvormen. | Ik kan werkwoordsvormen en zinsopbouw niet goed herkennen en begrijpen. |
Tekstinzicht | Je kunt de opbouw en grote lijn goed zien. Je kunt ook de betekenis van onbekende woorden makkelijk afleiden uit de context. | Je kunt de opbouw en de grote lijn van een tekst vrij goed zien, maar je kunt zelden de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context. | Ik zie de opbouw en grote lijn van de tekst niet helemaal en kan de betekenis van onbekende woorden niet afleiden uit de context. |
Tempo van lezen | Je kunt vlot en makkelijk doorlezen. Je begrijpt alles wat er staat. Je kunt de volledige tekst tot in alle details doorlezen. | Je hebt vaak al voldoende leestempo om redelijk wat van wat je leest te begrijpen. Je kunt de volledige tekst globaal doorlezen. |
Je hebt te veel tijd nodig om alles volledig te kunnen doorlezen. Wat je leest begrijp je niet helemaal. |
Leesstrategie |
Je kunt naar de grote lijn van een tekst kijken en daarna naar de details. |
Je kunt met gebruik van de indeling, plaatjes en voorkennis (wat je al weet van het onderwerp) met moeite de grote lijn in de tekst bekijken. Je vertaalt nog te veel zinnen zonder verband te zien. |
Je begrijpt niet goed hoe je de tekst moet aanpakken en begint woord voor woord te lezen. Je maakt te weinig gebruik van voorkennis (wat je al weet van het onderwerp).
|