Zwangerschapsdiabetes

Tijdens de zwangerschap is meer insuline nodig voor de groei van de uterus en de ontwikkeling van het kind. Als de pancreas van de zwangere deze extra insulineproductie niet aankan, ontstaat zwangerschapsdiabetes. Dit kan worden aangetoond door de aanwezigheid van glucose in de urine (glucosurie) en door het vinden van te hoog bloedsuikergehalte. Meestal heeft de zwangere weinig klachten van de diabetes, maar de diabetes verhoogt wel de kans op complicaties, zoals premature geboorte of een groot kind en daardoor een moeilijke bevalling. Behandeling bestaat uit een koolhydraatarm dieet. Soms moet de vrouw tijdens de zwangerschap insuline spuiten. Hoe beter de bloedsuiker tijdens de zwangerschap geregeld is, hoe kleiner de kans op complicaties. Als de diabetes is ontstaan door de zwangerschap, verdwijnt deze daarna ook meestal weer.