Vaststellen van zwangerschap

Als een vrouw niet ongesteld wordt op het moment dat de menstruatie normaal gesproken zou moeten beginnen, geven de hiervoor genoemde verschijnselen nog geen zekerheid. Als een vrouw zeker wil weten of zij zwanger is, moet zij een zwangerschapstest doen. Hierbij wordt bepaald of in de urine het zwangerschapshormoon HCG aanwezig is. Voor de test kan het beste ochtendurine gebruikt worden, omdat die het meest geconcentreerd is. Het HCG kan ook in het bloed worden aangetoond. De meeste testen zijn al vanaf de eerste dag dat de vrouw over tijd is betrouwbaar. Soms wordt de zwangerschap aangetoond door een echografie of echo. Door middel van geluidsgolven door de buikwand heen wordt de foetus zichtbaar gemaakt. Dit onderzoek wordt wel gebruikt bij twijfel of om de juiste uitgerekende datum te bepalen of om afwijkingen te constateren. Als het begin van de zwangerschap wordt de eerste dag van de laatste menstruatie genomen. In werkelijkheid is de bevruchting pas ongeveer 14 dagen later, na de ovulatie. Deze datum is echter moeilijk met zekerheid te bepalen, daarom wordt de vorige menstruatie als beginpunt genomen. Een vrouw die net over tijd is, wordt dus gezien als een maand zwanger. Met die twee extra weken erbij duurt een gemiddelde zwangerschap 280 dagen, dit is 40 weken. Grof gerekend komt dit neer op de bekende 9 maanden. Dit noemt men de uitgerekende datum. In de verloskunde wordt de zwangerschap vaak ook verdeeld in drie gelijke trimesters of perioden van 3 maanden.