Week 4

In het lichaam, ingenesteld in de baarmoeder, groeit in de vierde week van de zwangerschap een piep klein mensje. Maar hoe klein dit mensje ook is, het groeit heel snel. Als de vrouw vier weken zwanger is, is de embryo 1 mm. Deze millimeter bestaat al wel uit duizenden cellen, die de baby en de placenta gaan vormen. Aan het einde van de vierde week spreekt men van een “embryo”; we blijven de embryo zo noemen tot en met week negen van de zwangerschap. Als de vrouw tien weken zwanger is zul je de term “foetus” gaan horen.
De staart van het embryo bevat de beginselen van de toekomstige wervels. Na een paar dagen trekt de kolom zich omhoog en verdwijnt de staart. Het hart, dat er nu uitziet als een balletje vlak onder het hoofd, maar in werkelijkheid een u-vorm heeft, begint te pompen en pompt bloed naar de lever en de lichaamsslagader. Het slaat ongeveer 60 keer per minuut. Het hoofd begint zich nu ook te ontwikkelen. Al is het embryo is nog niet groter dan een speldenknop, de mond, ogen, oren en hersenen zijn al in aanleg aanwezig. De kieuwbogen ontwikkelen zich tot kaken en gedeelten van het gezicht, zoals wangen en de hals. Het embryo krijgt alle benodigde stoffen via de dooierzak, die voor de aanmaak van bloedcellen zorgen. De navelstreng maakt contact met de placenta. De placenta kan zich gaan ontwikkelen, maar is in dit vroege stadium nog niet werkzaam.