Leerdoelen
3.1 De grafiek van een lineaire formule
- Je kunt bij een lineaire formule een tabel invullen.
- Je kunt bij een lineaire formule een grafiek tekenen.
- Je kunt bij een lineaire formule controleren of een punt op de grafiek ligt.
3.2 De formule van een lijn opstellen
- Je weet hoe je het begingetal kun uitrekenen, door x=0 in de formule in te vullen.
- Je weet hoe je het begingetal kunt aflezen uit een grafiek.
- Je weet hoe je het richtingscoëfficient (stijggetal) kan vinden in een tafel.
- Je weet wat in een formule het richtingscoëfficient is.
- Je weet hoe je bij een grafiek het richtingscoëfficient kunt uitrekenen.
- Je weet hoe je bij een gegeven grafiek de formule kunt opstellen.
3.3 Lineaire verbanden
- Je weet hoe je bij een grafiek de formule op kunt stellen, als x en y veranderen in andere letters.
3.4 De balansmethode
- Je weet hoe de balansmethode werkt.
- Je weet wat een variabele is.
3.5 Vergelijkingen oplossen
- Je weet hoe je door middel van de balansmethode een vergelijking kunt oplossen.
- Je weet dat je eerst de haakjes moet uitwerken voordat je een vergelijking kunt oplossen.
- Je weet wat het oplossen van een vergelijking betekent.
- Je weet hoe je vergelijkingen kunt oplossen met een breuk erin.