Met behulp van de applet atoombouw ga je onderzoeken wat het verschil is in atoombouw tussen een atoom en een ion. Je hebt daarvoor de volgende instellingen nodig.
Zet model op banen en klik op de plus bij lading.
Maak de onderstaande opdrachten met behulp van de applet atoombouw.
Vul tabel 1 aan voor de desbetreffende atomen.
2. Bouw met de Phet deeltjes die voldoen aan de volgende omschrijving.
a. Atoomnummer 3, massagetal 5 en 4 elektronen. Noteer dit deeltje met massagetal en lading in je schrift.
b. Atoomnummer 9, 10 neutronen en 7 elektronen. Noteer dit deeltje met massagetal en lading in je schrift.
c. Atoomnummer 4, massagetal 5 en 4 elektronen. Noteer dit deeltje met massagetal en lading in je schrift.
3. Vul tabel 2. aan voor de desbetreffende ionen
Natrium is een element uit periode 3.
Wat is het atoomnummer van Natrium?
Wat is de elektronenconfiguratie van het Natriumatoom?
Leg uit met behulp van de elektronenconfiguratie welke lading je verwacht voor een natriumion.
Met het atoommodel van Bohr in combinatie met de oktetregel kun je nu voorspellen welke ionen je verwacht dat er in de natuur voorkomen. Bekijk tabel 2 nogmaals en geef voor elk ion aan of je verwacht dat deze in de natuur vaak voorkomt of juist niet. Geef hierbij voor elk ion een verklaring.
Figuur 1 is het periodiek systeem. Dit is een eenvoudige voorstelling van het periodiek systeem met alleen het atoomnummer en het symbool. Maak de onderstaande opdrachten met behulp van de informatie uit dit periodiek systeem.
Geef de elektronenconfiguratie van het stikstofatoom.
Leg uit welke lading je verwacht voor het stikstofion.
Voorspel de lading van het magnesiumion en geef daarbij de bijbehorende elektronenconfiguratie.
Voorspel de lading van het chlorideion en geef daarbij de bijbehorende elektronenconfiguratie.