Een plant heeft verschillende voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien en bloeien. Je kunt hierbij niet de ene voedingsstof compenseren met een andere; de voedingsstoffen hebben elk eigen functies in de plant.
Justus von Liebig, de uitvinder van kunstmest, stelde reeds in 1840 dat een plant zo snel kan groeien als de voedingsstof die het minst aanwezig is toelaat.
Schematisch ziet dat er zo uit:
