Je komt in een voor jou nieuwe tuin. Uiteraard wil je een inschatting maken van de bodemkwaliteit. Je hebt gekeken naar de planten in de tuin, zien ze er fris en gezond uit?
Vervolgens steek je een schep de grond in en laat de kluit kapot vallen. Je ziet nu de structuur en de aanwezigheid van bodemleven. Dit bodemleven zijn alle levende organismen, van mol, tot regenworm en van regenworm tot bodemschimmel.
Bodemleven maakt de grond los waar nodig, door het graven van gangen. Bodemleven maakt een slijmachtige stof aan, waardoor bodemdeeltjes aan elkaar klitten.
Door het bodemleven wordt organische stof omgezet in humus, waaruit in een later stadium mineralen vrijkomen die door de plant opneembaar zijn.
Tijdens hun 'werk' mengt het bodemleven de organische en de anorganische bestanddelen met elkaar.
Zelfs voor het opnemen van mineralen heeft elke plant bodemleven nodig. Dit betreft schimmels die in en rond de plantenwortels leven. Een plant is afhankelijk van deze Mycorrhiza, een samenwerking tussen bodemschimmel en plant. De schimmel levert mineralen, de plant levert op haar beurt suikers terug aan de schimmel.
Er zijn verschillende stoffen in de handel waarmee je de bodem kan enten. Je voegt dan nuttige bacteriën en schimmels aan de bodem toe.

