- Bedenk eerst aan wie je de e-mail schrijft.
- Bepaal welke informatie je wilt vertellen in je e-mail.
- Bepaal wat het doel is van je e-mail. (informatief, overtuigend of overhalend)
- Verdeel de informatie over verschillende alinea’s.
- Zorg ervoor dat je de volgende (vaste) onderdelen verwerkt:
- Een aanhef
- Een inleiding (uitleg waarom je de mail schrijft)
- De kern (waar gaat het echt om? Op welke vragen wil je antwoord? Wat is de boodschap van jouw mail? Bestaat uit minstens 3 zinnen!)
- Een slot (Beschrijf wat je van de lezer verwacht,. Dit kan ook de afsluiting zijn van de mail. Bedank dan de lezer.)
- Een afsluiting (Bijv. Met vriendelijke groet, )
- Je naam
Deze onderdelen staan altijd in deze volgorde. Na elk onderdeel maak je een witregel.
- Let erop dat de zinnen goed geformuleerd zijn en dat er geen spelfouten in je brief zitten
|
|