Stap 4 - Spreken

Mit neuen Freunden aus dem Urlaub in Kontakt bleiben, über interessante Twitter-Beiträge sprechen, jemandem beim Einstellen des Profils helfen – in den verschiedenen Situationen sprichst du über Dinge, die mit dem Thema 'Vernetzt' zu tun haben.

Met nieuwe vrienden van de vakantie contact houden, over leuke trendic topics op Twitter praten, iemand met het instellen van zijn profiel helpen – je spreekt in verschillende situaties over dingen die met het thema 'Vernetzt' te maken hebben.

Übung 1: Kontakt

Op de camping heb je nieuwe vrienden gemaakt.
Duits is de enige taal die jullie allemaal spreken. Ook na de vakantie willen jullie contact houden.

  1. Zoek een partner voor dit gesprek.
  2. Verwerk de volgende informatie in het gesprek:
  3. Maak hetzelfde gesprek ook met twee andere leerlingen.

Übung 2: Twitter

Op Twitter heb je iets grappigs, raars, spannends of verbazingwekkends gelezen.
Je vertelt je vrienden over wat je hebt gelezen. (In het Duits!)

  1. Zoek twee of drie leuke berichten op Twitter.
  2. Maak groepjes van twee, drie of vier leerlingen.
  3. Vertel elkaar over de gevonden Twitter-berichten.

Übung 3: Hilfe

Een vriendin/Een vriend van de camping heeft problemen met zijn instellingen, bv. op Facebook.
Je helpt haar/hem.
Lees het stappenplan voor deze oefening.

  1. Zoek een partner voor deze oefening.
  2. Start Facebook of een ander sociaal netwerk waar je actief op bent of dat je wilt gaan gebruiken. Zet de taal tijdelijk op Duits. (Dat kun je later natuurlijk weer veranderen.)
  3. Kies twee van de volgende problemen, bv:
    • je bent nog niet actief op dit netwerk en wilt een account aanmaken;
    • je hebt al een account maar weet niet hoe bepaalde functies werken;
    • je wilt je privacy-instellingen controleren en eventueel aanpassen maar weet niet wat handig is en hoe het werkt;
    • een onbekend iemand heeft je via een sociaal netwerk benaderd wat je wel spannend maar ook eng vindt;
    • bedenk zelf een concreet probleem.
  4. Maak het gesprek:
    • Leerling A zegt in het Duits wat het probleem is en vraagt om hulp.
    • Leerling B legt met behulp van de website uit hoe het probleem opgelost kann worden.
    • Leerling A mag tussendoor vragen stellen.
  5. Wissel van rol en bespreek het tweede probleem op dezelfde manier.