Waarom moet je dit leren?
In de komende jaren wordt het steeds belangrijker om te weten wat het onderwerp en wat een werkwoord is. Vooral bij Nederlands komt dit vaak terug en ook bij andere moderne vreemde talen (Spaans, Duits en Frans).
Bij Engels moet je het natuurlijk ook weten, anders snap je niet hoe de verschillende tijden (Present Simple, Past Simple, Present Perfect etc) worden gemaakt.
Het is heel simpel! Volg dit stappenplan
1. Voorbeeldzin: Sheila likes flowers. Zoek eerst het werkwoord: Het werkwoord is de actie in de zin.
Werkwoord: likes (leuk vinden)
2. Het onderwerp vind je door te vragen: Wie/wat + werkwoord?
Invullen: Wie of wat vindt leuk (likes)? Sheila!
Dus Sheila is het onderwerp
Het onderwerp doet de actie
DOE NU DE OPDRACHT HIERONDER
Je hebt 2 min de tijd om alle opdrachten te doen. Klik wanneer je klaar bent op: ontdek de correcties voor extra feedback.