Vraag 3
Waardoor heeft de Volksrepubliek zich kunnen ontwikkelen tot een grootmacht (1949-2001)?
Hongkong en Macao laatste buitenlandse bezit in China.
Communistische propaganda gericht op boeren en arbeiders
Herverdeling grond en modernisering economie naar Sovjet-model
1953: dood Stalin, gevolg destalinisatie en vreedzame coƫxistentie, Mao is daar tegen.
Grote Sprong Voorwaarts: zelfvoorzienende volkscommunes met kleinschalige staalproductie. Gevolg: mislukking en hongersnoden.
Mislukken Grote Sprong Voorwaarts leidt tot kritiek binnen partij: gematigden meer invloed, Deng Xiao Ping voorop.
Rode Schisma: volledige breuk met Sovjet-Unie, China komt in isolement, wel contact met niet-geboden landen.
Culturele Revolutie: Rode Gardisten krijgen in 1966 vrij baan om oude partijgarde te kritiseren. Rode Boekje van Mao.
Mao gebruikt Culturele Revolutie om tegenstanders te elimineren, einde door Rode Leger.
1971: China enige vertegenwoordiger Chinese volk in VN.
Toenadering China-VS om impasse rond Vietnamoorlog te doorbreken. Nixon in China (1972).
Deng Xiao Ping zet radicale Bende van Vier aan de kant, gematigden aan het roer.
Opendeurpolitiek: kapitalisme met socialistische trekjes.
Vier Moderniseringen, buitenlandse investeringen
Hogere levensstandaard en levensverwachtingen, maar ook nadelen.
Vraag om democratisering onderdrukt: 1989 studentendemonstraties Plein van de Hemelse Vrede bloedig onderdrukt.
Na 1989 Jiang Zemin: 'Socialisme met Chinese karakteristieken': economische wereldmacht, eenpartijstaat, geleide economie.
Snelle groei: milieuvervuiling, massa-ontslagen, ontbossing
Onderdrukking minderheden en traditionele gebruiken
Eind jaren 90: teruggave Macau en Hongkong aan China met behoud eigen instellingen
2001: lid Wereldhandelsorganisatie
Rivaliteit China met het westen: communistische eenpartijstaat met geleide economie tegenover neo-liberale vrije-marktideologie met nadruk op mensenrechten, individuele vrijheid en democratie.