Je gaat in deze opdracht met een groepje (ongeveer vier klasgenoten) een gesprek voeren over 'bestfriends or lovers'.
Je hebt bij project A gelezen over vriendschap.
Hier werden de volgend 'quotes' benoemd:
Je zou in deze quotes friends/friendship ook best kunnen vervangen door lover/love, toch?
Ga met je groepje in gesprek over de volgende vragen over 'Friendship or lovers' (in het Engels).
Je hebt in deze opdracht gesproken met klasgenoten over Friends or lovers.
Hieronder vind je een tabel. Kijk bij elk onderdeel welke omschrijving je voor jezelf van toepassing vindt.
Hoe vind je dat je het hebt gedaan?
Spreken |
GOED |
VOLDOENDE |
ONVOLDOENDE |
De juiste woorden kennen en gebruiken |
Ik kan alle eenvoudige woorden gebruiken om antwoord op de vragen te geven. |
Ik kan de meest noodzakelijke woorden gebruiken om me antwoord op de vragen te geven. |
Ik kan de meest eenvoudige woorden nog niet gebruiken om antwoord op de vragen te geven. |
Grammatica – zinnen maken |
Ik kan alle geleerde grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes. |
Ik kan de meeste, maar nog niet alle grammatica gebruiken in eenvoudige zinnetjes. |
Ik kan de geleerde zinnen niet formuleren, maar gebruik losse woorden zonder zinsverband. |
Duidelijk -vloeiend spreken |
Ik praat bijna zonder aarzelingen vlot door. |
Ik praat redelijk vlot door, met af en toe een aarzeling. |
Ik praat met te veel pauzes en aarzelingen en zonder intonatie. |
Uitspraak |
De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt verstaanbaar voor mijn klasgenoot. |
De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt redelijk verstaanbaar voor mijn klasgenoot. |
De uitspraak van wat ik geleerd heb klinkt niet verstaanbaar genoeg voor mijn klasgenoot. |
Overbrengen van de boodschap |
Ik kan anderen zonder veel moeite duidelijk maken wat ik bedoel en wat ik wil. |
Ik kan anderen met wat moeite duidelijk maken wat ik bedoel. |
Ik kan anderen niet duidelijk maken wat ik bedoel. |