Hun
Hun kan twee functie hebben in de zin. Hun kan terugkomen als een bezittelijk voornaamwoord of als meewerkend voorwerp.
Voorbeelden bij bezittelijk voornaamwoord:
Het woord hun geeft in deze zinnen aan wie een voorwerp bezit.
Voorbeelden bij een meewerkend voorwerp:
Het woord hun geeft in deze zin het meewerkend voorwerp aan of voor, een wie of wat. In zin een kan je hun vervangen door de meisjes en in zin twee door de konijntjes.
Hen
Hen gebruik je na een voorzetsel of als lijdend voorwerp. Vind je het nog lastig om het meewerkend- en lijdend voorwerp uit elkaar te halen? Geen probleem! Check dan het filmpje onderaan de pagina voor extra uitleg.
Voorbeelden bij een voorzetsel:
In deze zinnen gebruiken we hen omdat het na een voorzetsel komt.
Voorbeelden bij lijdend voorwerp
Hen heeft hier de functie van het lijdend voorwerp. Een wie, in zin een kan je hen vervangen door de kinderen en in zin twee door de kittens.