Crosslink
Als we een stijve kunststof willen produceren, moeten we zorgen dat de moleculen van het polymeer niet over elkaar heen kunnen glijden. We gaan dan uit van een monomeer dat een polymeer oplevert waarbij een ‘brug’ wordt gelegd tussen de ene en de andere keten. Als je dan een polymeermolecuul zou kunnen oppakken, neem je uiteraard de andere die eraan vastzitten mee. Het polymeer wordt nu hard en stevig. De brug tussen twee ketens noemen we een crosslink (dwarsverbinding).
Figuur 2: Schematische weergave van polymeermoleculen met en zonder crosslinks.
Thermoharders en thermoplasten
Polymeerketens met veel crosslinks kunnen nauwelijks meer vrij ten opzichte van elkaar draaien en er vormt zich een ’star/stijf’ polymeermolecuul. Die kunststof noemen we een thermoharder (thermos is Grieks voor warmte en harder van de eigenschap hard). Als er geen crosslinks zijn, blijft de kunststof zacht. De ketens kunnen gemakkelijk over elkaar of langs elkaar glijden. Als we deze kunststoffen gaan verhitten worden ze steeds zachter tot ze vloeibaar worden, je kunt er dan draden van trekken. Zo’n kunststof noemen we een thermoplast (thermos is Grieks voor warmte en plast van de eigenschap plastisch of flexibel).
Practicum 11: Materiaaleigenschappen van kunststoffen onderzoeken
Bij deze proef ga je onderzoek of polymelkzuur een thermoplast of een thermoharder is. Gebruik hiervoor het werkblad in onderstaande link. Verwerk je gegevens in je Practicumlogboek.