Polymeren

Als we in het algemeen naar polymeren kijken, kunnen we het volgende zeggen: alle polymeren hebben één ding gemeen: ze bestaan allemaal uit lange moleculen, ook wel macromoleculen genoemd. De meeste polymeren kun je maken uit één eenvoudige grondstof. Een dergelijke beginstof wordt een monomeer genoemd, het is een klein molecuul. Bij het ontstaan van een polymeermolecuul worden heel veel monomeermoleculen aan elkaar gekoppeld. Dit geldt voor alle polymeren of ze nu natuurlijk (wol, zijde, katoen) zijn of dat ze synthetisch (nylon, polymelkzuur, polyvinylalcohol) zijn. De synthetische polymeren worden vaak plastics of kunststoffen genoemd.

 

Waar komt de naam polymeer vandaan?

Mono betekent één en poly veel. Stel je het volgende model voor: Je rijgt een ketting van kralen. Elke kraal stelt een monomeermolecuul voor. Je maakt hiervan een kralenketting. Het resultaat is een polymeermolecuul. Je kunt dus zeggen dat heel veel monomeren samen een polymeer vormen.

Een polymeer krijgt de naam van het monomeer waaruit het is gemaakt, voorafgegaan door het woord ‘poly’. Melkzuur is bijvoorbeeld een monomeer, het polymeer van melkzuur heet dan polymelkzuur. Zie ook de kenniskaart Polymelkzuur.

Kenniskaart Polymeren

 

Practicum 9: Bouw een model van een polymeermolecuul (optioneel)

Bij deze proef gebruik je je eigen creativiteit om van huis- tuin- en keukenmateriaal een polymeermolecuul te maken. Gebruik onderstaande link voor het werkblad en maak een tekening van je resultaat in je practicumlogboek.

Werkblad_Proef 9 Bouw een model van een polymeermolecuul