Je hebt verschillende soorten weeën, voorweeën, ontsluitingsweeën, uitdrijvings- of persweeën en nageboorteweeën.
Hieronder kun je ze kort door nemen.
Deze weeën zijn kort en hebben geven amper een pijnlijke ervaring. Ze hebben ook geen rol voor het veroorzaken van de ontsluiting maar zijn wel belangrijk voor het verstrijken van de baarmoedermond en het indalen van het babyhoofdje. Deze weeën kunnen al weken van tevoren aanwezig zijn.
Deze weeën zijn in het begin kort met lange tussenpozen, als de ontsluiting vordert duren ze langer en worden de pauzes korter. Ze duren dan meestal 60 seconden waarbij er een pauze is van ongeveer 4-6 minuten. Tijdens de ontsluitingsweeën zorgen de weeën dat de baarmoederhals korter wordt (verstrijken) vervolgens opent de baarmoedermond zich (ontsluiten)
Deze weeën zorgen voor een onhoudbare persdrang en zorgen voor de uitdrijving van het kind door het baringskanaal naar buiten. Ze duren ongeveer 45-60 seconden en keren om de 2-4 minuten terug.
Deze weeën maken de placenta los van de baarmoederwand en drijven deze uit. Kort na de uitdrijving is de baarmoeder 2 vingers onder de navel voelbaar als een harde bal. De weeënactiviteit kan in deze fase nog doorgaan en worden als pijnlijk ervaren. De uterus trekt samen waardoor de vaten worden dichtgedrukt, en laat de wond sluiten die is ontslaan na het loslaten van de placenta.
Weeën hebben duidelijke kenmerken:
-Ze zijn willekeurig
-Ze zijn in meer of mindere mate pijnlijk
-Ze hebben een bepaalde duur
-Ze keren regelmatig terug
-Ze hebben een duidelijk begin of eind
Het verloop van een wee lijkt op een golfbeweging, de wee begint rustig, bereikt een hoogtepunt en zwakt weer af. De kracht en de duur van de wee hangt af van de fase waarin de bevalling zich bevindt. Een wee is pijnlijk omdat er op het hoogtepunt druk wordt uitgeoefend op de baarmoedermond en de bekkenbodem, daarnaast wordt er getrokken aan de banden waarmee de baarmoeder wordt opgehangen aan het bekken. De pijn kan voelbaar zijn in de rug, buik, benen en liezen. Tijdens de wee worden de moederlijke vaten van de uteruswand dichtgedrukt waardoor er een vertraging van het hartritme kan plaatsvinden bij de baby, in de pauze na de wee herstelt dit zich weer en is er sprake van een normaal ritme.