In het volgende stuk tekst, zul je een groot deel theorie lezen over de inwendige delen van het vrouwelijk geslachtsorgaan. Lees de tekst zorvuldig door en maak de opdrachten die volgen.
In onderstaande afbeelding worden de inwendige delen benoemd;
Anatomie ovaria(eierstokken);
In het onderstaand filmpje wordt een korte en bondige uitleg gegeven over de eierstokken;
Een vrouw heeft twee eierstokken die links en rechts naast de baarmoeder in de buikholte liggen. In de eierstokken vindt rijping van de eicellen en de aanmaak van oestrogeen en progesteron plaats.
Een ovarium (eierstok) bevat twee lagen;
Follikels
In de cortex liggen de follikels met daarin de toekomstige eicellen (oöcyten). Het merg bestaat uit vaatrijk losmazig bindweefsel. Er is geen duidelijke grens tussen de schors (weefsel dat aan de buitenzijde van een orgaan ligt) en het merg.
Het stroma
Het stroma, celtypen waaruit het baarmoederslijmvlies is opgebouwd, van de schors wordt gevormd door spoelvormige bindweefselcellen en fijne collagene (eiwit) vezels. Het wit gekleurde laagje, de tunica albuginea, kleurt het ovarium wit.
In de volgende afbeelding kun je zien wat de follikel voor ontwikkeling doormaakt in de ovaria;
De weg van het eitje
In het volgende korte filmpje wordt de weg van het eitje uitgelegd;
Gele lichaam
Het gele lichaam geeft oestrogenen en progesteron af aan het bloed en zorgt ervoor dat er geen FSH (Follikelstimulerend hormoon) en LH (Luteïniserend hormoon) meer aan het bloed worden afgegeven. Deze hormonen worden gereguleerd uit de hypofyse.
In onderstaande afbeeldingen zie je de ligging van de hypofyse;
Start werking eierstokken
De werking van de eierstokken begint tijdens de puberteit en eindigt rondom het 50ste levensjaar. Als een vrouw niet zwanger is, dan wordt het endometrium (baarmoederslijmvlies) afgestoten en veroorzaakt het menstruatie. De hormonen uit de eierstokken (vooral oestrogeen) zijn mede verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het reproductiestelsel (voortplantingsstelsel) en voor de algemene vrouwelijke ontwikkeling in de puberteit.
Anatomie tubae uterinae (eileider);
De eileiders, liggend in het bovenste gedeelte van de brede baarmoederband, leiden de eicellen vanuit de eierstokken naar de baarmoeder (uterus). Aan de uiteinden van de eileiders, bevinden zich franjeachtige uitlopers, genaamd de fimbriae. Deze hebben als functie om de vrijgekomen eicellen te vangen, die uit de eierstok komen. In de eileiders vindt dan ook de bevruchting plaats van de eicellen. Deze eicellen blijven tot 24 uur na de ovulatie (eisprong) leven.
Samenstelling van de eileider
De eileider heeft een drielagige wand;
1) Serieuze buitenbekleding van de peritoneum (buikvlies)
2) Een spierlaag
3) Binnenbekleding van trilhaarepitheel (Epitheel waarvan de buitenste laag uit trilhaarcellen bestaat)
Anatomie uterus (baarmoeder);
Samenstelling van de baarmoeder
Zoals zichtbaar is op bovenstaande afbeelding, is de baarmoeder een hol en peervormig orgaan. Het baarmoederlichaam (corpus uteri) vormt het grootste en bovenste deel van de baarmoeder. De baarmoederhals (cervix uterus) is het smalste gedeelte van de baarmoeder dat uitsteekt in de vagina. De baarmoederwand is aan de buitenkant bekleed met een slijmvlieslaag, het endometrium. De hormonen oestrogeen en progesteron zorgen voor de verdikking die optreedt in de endometrium.
Het kanaal waarlangs de ova (eicellen) van de ovaria (eierstokken) naar de uterus (baarmoeder) vervoerd worden, noemt men 'de trompetten van Fallopius', ookwel baarmoedertrompetten.
Anatomie vagina;
De vagina is een dunwandige en buisvormige structuur van ongeveer 8 cm lang. De vagina loopt van het onderste deel van de baarmoeder tot de uitwendige geslachtsorganen.