Casus Hoofdstuk Zwangerschap en bevalling

Je hebt nu het hoofdstuk zwangerschap doorlopen met alle informatie die bij dit onderwerp hoort. Om je kennis te toetsen volgt nu een casus, met de daarbij behorende vragen. Soms zal dit nieuwe informatie zijn, dit zoek je op en hiermee verrijk je je kennis weer een beetje meer.

Casus:

Martine Bosma,

Is 29 jaar oud en zwanger van haar eerste kindje. Ze is nu 11 weken zwanger en bezoekt voor de eerste keer verloskundige Hilde. Zij heeft al eens een miskraam gehad en is toch nog wel een beetje bezorgd over deze zwangerschap. De verloskundige verricht de standaardcontroles. Martine zegt dat ze nog wel wat last heeft van ochtendmisselijkheid en ook nog behoorlijk moe is. Hilde spreekt dit met haar door en geeft haar wat adviezen. Daarna geeft ze Martine nog een aantal folders mee met adviezen en voorlichting.

Zij is nu 35 weken zwanger. Tot nu toe was de zwangerschap ongecompliceerd verlopen, afgezien van de gebruikelijke ongemakken. Echter, sinds 2 dagen voelt zij zich niet lekker. Ze slaapt erg onrustig, heeft hoofdpijn en een wat onbestemd gevoel in de maagstreek. Ook merkt ze dat haar voeten de afgelopen dagen dikker zijn geworden, haar schoenen passen nog moeilijk.

Ze besluit om contact op te nemen met de verloskundige. Verloskundige Hilde laat haar dezelfde dag nog op spreekuur komen. Zij controleert de bloeddruk en luistert naar de harttonen van de baby. Ze meet een bloeddruk van 130-90. De harttonen zijn positief. Bij lichamelijke inspectie ziet zij toenemend oedeem.

Bij controle van de buik constateert zij dat de fundushoogte enkele centimeters lager staat dan bij deze zwangerschapstermijn zou moeten. Tenslotte controleert ze ook nog de urine van Martine, er blijkt eiwit in de urine te zitten. Deze symptomen geven genoeg aanleiding om te gaan overleggen met de gynaecoloog van het plaatselijke ziekenhuis. Hij adviseert Hilde om Martine in te sturen

Martine is er geschrokken en belt met haar man Rob. Ze praat nog even na met de verloskundige en gaat vervolgens naar huis om wat spulletjes in te pakken. Daarna vertrekken ze samen naar het ziekenhuis.

Daar wordt een CTG gemaakt, weer urine gecontroleerd en bloed afgenomen. De bloeddruk wordt gemeten. Vervolgens wordt een echo gemaakt van de baby, waarop gezien wordt dat de groei van de baby achterblijft bij de zwangerschapstermijn.

De gynaecoloog besluit om Martine op te nemen. Ze zal zoveel mogelijk rust moeten houden, de bloeddruk wordt 4x daags gemeten en 2x daags wordt een ctg gemaakt om de toestand van de baby te beoordelen. Gezien de klachten schrijft hij Martine ook het medicijn Trandate voor, een bloeddrukverlagend middel.

Inmiddels ligt Martine al 5 dagen in het ziekenhuis. De bloeddruk is stabiel gebleven en zakt de hoofdpijn wat af. Helaas krijgt ze deze middag wat meer hoofdpijnklachten met een wat kramperig gevoel in de onderbuik en geeft dit aan bij verpleegkundige Judith. Zij meet de bloeddruk en constateert dat deze wat is gestegen naar 135-95. Ook ziet ze dat de oedemen toenemen. Ze besluit om te bellen met de arts

Judith maakt opnieuw een ctg , daarop is te zien dat de baby zich  rustig houdt. Daarbij ziet ze ook dat de baarmoeder een beetje onrustig is. Opnieuw belt ze de arts en vraagt dan ook of hij wil komen om de toestand van mevrouw te beoordelen.

De arts besluit, nadat hij Martine heeft onderzocht, om de medicatie te verhogen en ieder uur de bloeddruk te meten. Ook moet ‘s avonds nog een extra ctg gemaakt worden.

Die avond krijgt Martine steeds meer last van haar buik, het ziet er naar uit dat het weeën zijn.  De bevalling zou wel eens aanstaande kunnen zijn. De arts wordt gebeld en verricht een vaginaal toucher. Hij constateert een verstreken portio met 3 cm ontsluiting. De verpleegkundige raadt Martine aan om haar man te bellen en te vragen om te komen. De weeënactiviteit neemt toe en na een poosje wordt ze naar de verloskamer gebracht.

Ze blijkt bij vaginaal toucher nu 6 cm ontsluiting te hebben. De weeën komen om de 2 minuten. Daarna breken de vliezen en verliest ze vruchtwater dat heel licht groen van kleur is.

Na ongeveer een uur geeft Martine persdrang aan en wordt volkomen ontsluiting geconstateerd. Ze mag meepersen. Na 30 minuten wordt een zoon, Joost geboren. Hij huilt goed door en heeft al snel een mooie roze kleur. Even mag hij bij Martine op de blote buik liggen, daarna wordt hij onderzocht door de inmiddels gearriveerde kinderarts en in een couveuse gelegd, die naast het verlosbed wordt geschoven.

Judith vraagt aan Martine wat voor voeding zij aan Joost wil gaan geven, Martine kiest voor borstvoeding. Omdat Joost nog goed wakker is probeert Judith of hij nog even aan de borst wil proberen te drinken, dit gaat al aardig goed. Hij kan de tepel al goed vinden, hapt en zuigt goed. Na 5 minuten laat hij weer los, hij is moe. Judith legt hem weer in de warme couveuse.

Ze brengt Martine en Rob wat drinken, met beschuit met muisjes! Daarna laat ze de nieuwbakken ouders even alleen met hun kleine pasgeboren zoon.

Na een half uur komt ze terug, ze wil Martine gaan helpen om te douchen en doet eerst de controle van vitale functies. De bloeddruk is nog hoog, 130 /95. Pols is hoog, temperatuur is normaal.

Als Judith de baarmoeder wil controleren, merkt ze dat deze niet goed te voelen is. Ook ziet ze bij inspectie van het perineum dat Martine ruim vloeit.

Door massage probeert ze de baarmoeder te stimuleren tot samentrekken. Dit lukt wel maar telkens voelt ze dat deze weer ontspant. Ze vraagt Martine of zij misschien zou kunnen plassen, maar Martine zegt dat niet te voelen.

Twee dagen later:

De kinderarts is heel tevreden over Joost en hij mag uit de couveuse in een bedje in de warme kamer. Martine wordt geholpen bij het aanleggen, maar geeft aan zich toch wel erg onzeker te voelen. Ze is bang dat Joost niet genoeg krijgt, en dat de voeding niet goed op gang komt. Joost is nog klein en heeft niet zo veel kracht om te drinken. Hij krijgt ook bijvoeding, via de finger feeding methode.

Twee dagen later mogen moeder en zoon met ontslag. Judith voert een ontslaggesprek met mevrouw. Daarna maakt ze de ontslagpapieren in orde en neemt deze met de ouders door. Ze begeleidt hen naar de uitgang van het ziekenhuis. Joost gaat de wijde wereld in.

van Haeringen, E. (z.d.). De bevalling. Geraadpleegd op 3 november 2019, van https://bb.rocmn.nl/ultra/institution-page