Deel 8 Anatomie en fysiologie van de geslachtsorganen
We gaan het in deel 8 hebben over de anatomie en de fysiologie van de geslachtsorganen: klik op de link of lees hieronder de inleiding:
‘Voordat je het voortplantingsproces kunt begeleiden is het belangrijk dat je weet hoe het mannelijk en het vrouwelijk voortplantingsorgaan functioneert en opgebouwd is. Je weet al hoe je een mannetje en een vrouwtje kunt onderscheiden op basis van de uitwendige geslachtskenmerken. Maar hoe ziet een vrouwelijk of mannelijk voortplantingsorgaan er nu van binnen uit? Wist je dat alle eicellen al vanaf de geboorte aanwezig zijn bij het vrouwelijke dier? Of dat de teelballen buiten het lichaam moeten hangen omdat de lichaamstemperatuur voor teelballen te hoog is?’
Klassikale opdracht: Wat betekent nu precies de fysiologie van de voortplantingsorganen?
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat deel 8 de anatomie en fysiologie van de voortplantingsorganen heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 2.2 en leg de onderstaande begrippen uit:
Geslachtelijke voortplanting is:
Wat zijn primaire geslachtskenmerken?
Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?
Beschrijf de werking van het mannelijk voortplantingsorgaan van zoogdieren:
De penis is niet bij alle mannelijke dieren hetzelfde. Lees het gedeelte waar dat beschreven wordt (kijk ook bij de + in dit hoofdstuk over het mannelijk voortplantingsorgaan) en beschrijf waaruit deze verschillen kunnen bestaan:
Beschrijf nu de werking van het vrouwelijk voortplantingsorgaan van zoogdieren (denk ook aan de verschillen in baarmoeders en kijk ook bij de + in dit hoofdstuk):
Bron: KennisKiemboekje Natuurlijke voortplanting en anatomie