Deel 15 Opfok van jonge dieren
We gaan het in deel 15 hebben over de opfok van jonge dieren. Klik op de link en lees de inleiding van het KennisKiemboekje Natuurlijke voortplanting en anatomie.
Klassikale opdracht: Hoe kun je de opfok van jonge dieren zo optimaal mogelijk begeleiden? Welke factoren hebben hier invloed op? Hierover gaan de volgende opdrachten. We kijken daarbij vooral naar hond, kat, overige zoogdieren en vogels.
Ga nu zelf aan de slag met de onderstaande opdrachten:
Let op: Open het Word bestand dat deel 15 opfok van jonge dieren heet en sla het op je computer op. Hier staan alle onderstaande vragen in.
Opdracht 1: Lees Hoofdstuk 4.2 en beschrijf het verschil tussen nestvlieders en nestblijvers.
Opdracht 2: Maak Opdracht 4.1 en controleer de antwoorden
Opdracht 3: Lees Hoofdstuk 4.3 en beschrijf de handelingen bij de opfok van pups en kittens en maak opdracht 4.2.
Opdracht 4: Lees Hoofdstuk 4.4 en maak hier een korte samenvatting van. Maak daarna de vragen bij opdracht 4.4 over jonge konijnen,
Opdracht 5: Lees Hoofdstuk 4.5 en schrijf de belangrijkste zaken op, maak daarna de vragen.
Opdracht 6: Lees Hoofdstuk 4.6 dat gaat vogels en de kunstmatige opfok van hun jongen. Beschrijf ook hoe de identificatie van vogels gaat.
Opdracht 7: Lees Hoofdstuk 4.7, maak de opdrachten 4.7, 4.8 en 4.9 en controleer de antwoorden.
Opdracht 8: Lees Hoofdstuk 4.8 dat gaat over administratie en registratie.
Opdracht 9: Maak de Opdracht 4.10 en controleer de antwoorden.
Bron: KennisKiemboekje Begeleiding van de voortplanting