Les 1: De pion

De pion is de kleinste soldaat in je leger. De pion is daarom ook maar 1 punt waard. Maar vergeet niet, de pionnen zijn met veel. In je leger heb je 8 pionnen tot je beschikking.

 

 
De pion 'loopt' met kleine stapjes. De stapjes gaan altijd vooruit! De pion kan dus niet terug of schuin (diagonaal).

Er is wel iets 'geks' met pionnen aan de hand. De eerste keer dat je een pion in beweging brengt wil deze zo graag ten aanval dat hij de eerste stap niet 1, maar 2 hokjes naar voren mag. Dit hoeft niet, je kunt natuurlijk ook beginnen met 1 stapje.

 

 

 

Let wel op. Alleen de eerste keer dat de pion beweegt mag je twee hokjes vooruit. Daarna loopt de pion altijd maar 1 hokje vooruit per beurt.

 

Geblokkeerd

 

In de opstelling hierboven zie je een probleem. De zwarte pion op b4 kan helaas niet verder vooruit. Zijn pad wordt geblokeerd. Je zal dus een andere zet moeten bedenken. Voor de witte pion op e5 heeft hetzelfde probleem. Deze kan ook niet verder.

 

Pionnen en aanvallen

Een pion loopt altijd vooruit, maar valt schuin aan. In het plaatje hierboven zie je dat de pion in c2 de twee oranje gekleurde vakken dus kan aanvallen. In het plaatje zie je ook dat de witte pion in f4 het paard of de pion kan aanvallen. Wanneer de pion aanvalt (slaat) dan neemt hij de plek in van het stuk dat hij heeft aangevallen. Het geslagen stuk wordt van het slagveld verwijderd.

 

 

 

 

Pionnen oorlog

Tijd voor een spelletje. Hierin oefen je direct het bewegen en slaan van je pionnen.

Stel de pionnen op deze manier zoals hierboven staat afgebeeld op.

De pionnen staan nu in hun gewone beginpositie. De witte pionnen staan dus op de 2e rij en de zwarte pionnen op de 7e rij.

 

De regels

De regels zijn heel makkelijk.

Wit begint, want bij schaken begint de speler met de witte stukken altijd. Je kunt op 3 verschillende manieren winnen van je tegenstander:

  1. Zorg dat een van jouw pionnen eerder aan de overkant van het bord is dan die van je tegenstander. (je pion krijgt dan promotie, daar volgt later meer over)
     
  2. Sla alle pionnen van je tegenstander
     
  3. Zorg dat je tegenstander geen zet meer kan doen (en jij nog wel anders is het gelijkspel - remise)

 

De derde manier is het lastigst, omdat je je eigen pionnen dan ook vast moet zetten terwijl je je tegenstander tegenhoudt. Wees daar dus voorzichtig mee.

 

 

 

Alternatieven.

Was het standaard potje pionnen oorlog te makkelijk voor jullie? Dan spelen we een variant (een aangepaste versie). Je moet dan wel eerst leren hoe een koning beweegt op het slagveld (bord)
 

De koning is het belangrijkste stuk in het schaakspel: als je koning door je tegenstander wordt aangevallen (we zeggen dan: je staat schaak) en je kan niets meer doen om je te verdedigen,
dan heb je de partij verloren (je staat in dat geval "schaakmat" of kortweg: mat).

De koning mag horizontaal (naar links of naar rechts), verticaal (voor- of achteruit) of diagonaal (schuin) bewegen, maar slechts één vakje tegelijk. Kijk maar naar het plaatje hieronder

De koning

Op bovenstaand diagram zie je, dat de zwarte koning op het veld a1 naar drie andere velden kan gaan (aangegeven in het rood): a2, b2 en b1. We zeggen ook wel dat de koning die drie velden "bestrijkt".

De witte koning op het veld d5 heeft meer bewegingsvrijheid: hij bestrijkt acht andere velden (aangegeven in het groen), bijvoorbeeld c6, c4 en e5.

Je mag nooit een zet doen waardoor je eigen koning schaak zou komen te staan; en als je door je tegenstander schaak wordt gezet, dan moet je meteen een zet doen die er voor zorgt dat je niet meer schaak staat. Blijkt zo'n zet niet te bestaan, dan heb je de partij verloren: je staat dan mat.

 

Optie 1 Optie 2
 

Maak de begin opstelling als hierboven optie 1 of optie 2. Het doel van het spel blijft hetzelfde.

 

  1. Zorg dat een van jouw pionnen eerder aan de overkant van het bord is dan die van je tegenstander. (je pion krijgt dan promotie, daar volgt later meer over)
     
  2. Sla alle pionnen van je tegenstander
  3. Zorg dat je tegenstander geen zet meer kan doen (en jij nog wel anders is het gelijkspel - remise)
     
  4. De koning van je tegenstander schaakmat zetten.

 

Je kunt nu echter ook de koning gebruiken om de weg voor de pionnen vrij te maken. Maar pas op dat je niet schaak wordt gezet.

Onthoudt; wit begint, want wit begint altijd.