Les 6: Schaaketiquette

Etiquette betekent goed gedrag. Want wanneer je een wedstrijdje speelt is fair play wel zo fijn. Bij bepaalde sporten kun je er zelfs extra beloningen mee verdienen.
 
De vijf belangrijkste etiquetteregels:
  1. Afbeeldingsresultaat voor sportief gedragVoordat de schaakpartij begint, geef je je tegenstander een hand en wens je hem of haar 'succes'. Daarmee toon je sportief gedrag.
     
  2. Schaken is een rustig spel, dus gedraag je daarnaar. Roepen of tikken of ander gedrag dat je tegenstander uit zijn/haar concentratie kan halen is niet toegestaan.

     
  3. Afbeeldingsresultaat voor aanraken is zettenHou je altijd aan de regels 'aanraken is zetten' en 'aanraken is slaan'.
    Dus wanneer je een stuk aanraakt moet je hier een zet mee doen, of slaan. Dat zorgt er voor dat je eerst goed nadenkt over het stuk dat je wilt verzenden en je opties afweegt.
    Met aanraken is slaan bedoelen we wanneer je een stuk van de tegenstander aanraakt en je kunt het slaan, dan moet je dat ook doen.

     
  4. Aan het eind van de partij geef je je tegenstander weer en hand en zeg je 'goed gespeeld', of je nu gewonnen of verloren hebt.

     
  5. Zodra de partij is afgelopen zet je alle stukken terug naar hun beginstand. Dan weet je zeker dat je geen stukken kwijt bent en staat het schaakbord weer klaar voor een volgende partij.

 

 

 

Punten scoren

Je kunt een schaakwedstrijd alleen winnen door de koning van de tegenstander schaakmat te zetten. Dus een puntentelling is er alleen om een schaakwedstrijd beter te kunnen volgen. Je ziet dan wie er sterker is en wie de grootste kans heeft om te winnen.

 

 

En de koning? tsja die heeft geen puntentelling, want wanneer de koning in een aangevallen positie staat en hij kan er niet meer uit komen, dan verlies je de partij. (schaakmat)

Remise

 

De enige manier om te winnen is de koning schaakmat zetten. Maar pas op dat je niet per ongeluk uitkomt op remise (gelijkspel)
 
Als je denkt dat je schaakmat staat omdat je koning de koning niet meer naar een andere veilige plek staat, maar je koning staat nog op een veilige plek, dan heb je te maken met pat. Bekijk het voorbeeld hieronder maar eens.

De koning kan nergens heen omdat de stukken die er omheen staan die velden afdekken. De koning kan niet verplaatsen want hij mag niet schaak komen te staan. 
Maar wanneer je goed kijkt, zie je dat de koning nu gewoon veilig staat op het veld waar hij nu staat. Het veld waarop bij staat wordt niet aangevallen.

En schaakmat betekent dat je de koning vastzet en hem tegelijkertijd aanvalt. Hij staat dus vast op een veld dat door één van de stukken van de tegenstander wordt aangevallen.

 

 

Een ander soort remise is de drievoudige herhaling.
Dit gebeurt meestal wanneer je dezelfde zetten drie keer achter elkaar doet. Als dat gebeurt, de tegenstander moet dan ook drie keer dezelfde zet achter elkaar doen, dan is het remise. Zo voorkom je dat een schaakwedstrijd eeuwig duurt.
 

 

Wat ook nog wel eens voor komt is dat je te weinig stukken over hebt om iemand schaakmat te kunnen zetten. Wat daarbij ook helpt is de 50 zetten regel. Als beide spelers 50 zetten hebben gedaan zonder een pion te verplaatsen of een stuk te slaan, dan krijg je ook remise. 
 
Wanneer de tegenstander alleen een koning heeft en jij hebt één lopen en de koning of één paard en een koning dan kun je de tegenstander niet schaakmat zetten. Je kunt dan je tegenstander aanbieden om remise te nemen. Beide hebben dan niet gewonnen, maar ook niet verloren.
Afbeeldingsresultaat voor checkmate