In dit hoofdstuk heb je kennis gemaakt met coördinaten in een assenstelsel. Deze coördinaten worden gebruikt om de ligging van een punt in het assenstelsel precies aan te geven. Je hebt ook gezien, dat ook op bijvoorbeeld een schaakbord coördinaten worden gebruikt. In dat geval gaat het niet om een punt precies aan te geven, maar om een vak op het schaakbord precies aan te geven. Op een landkaart worden vaak beide manieren gebruikt: graden om een punt aan te geven en vaak letters en cijfers om vakken aan te geven. Daarmee kun je met de legenda makkelijk opzoeken in welke vak een bepaalde plaats ligt.
In de praktijk zijn er nog veel meer manieren om een plaats aan te duiden.
Denk bijvoorbeeld aan de huisnummers bij jullie in de straat of de bladzijdenummers in een wiskundeboek.
In deze eindopdracht ga je aan de slag met "andere" coördinaten. Jullie kijken hoe die coördinaten in de praktijk gebruikt worden, hoe je het gebruikte patroon kunt beschrijven en zoekt uit waarom er bepaalde keuzes gemaakt zijn.
Tenslotte maken jullie zelf een ontwerp voor betere coördinaten.
Jullie worden beoordeeld op de volgende aspecten: