Als je diabetes hebt, dit kan bij type 1, 2 én zwangerschapsdiabetes, zijn er momenten waarop je een te hoge bloedsuiker (hyperglykemie) of te lage bloedsuiker (hypoglykemie) kunt hebben. In de volksmond wordt dit ook wel een hyper en een hypo genoemd.
Hyperglykemie: 
Een hyper ontstaat wanneer er een te hoog gehalte aan glucose in je bloed zit. Ofwel, je bloedsuikerspiegel is te hoog. We spreken van een hyper wanneer er een waarde wordt gemeten van >10.0mmol/L. De symptomen die een patient met diabetes dan heeft zijn:
Wanneer je een hyper hebt, wil het lichaam het teveel aan suiker kwijtraken, door veel te plassen.Veel blijven drinken kan helpen, extra bewegen ook, doordat de spieren dan extra bloedssuiker verbranden. Wanneer je insuline spuit, is het soms nodig extra insuline te spuiten bij een hyper.
Als een hyper steeds verergerd, kan men flauwvallen of in het ergste geval zelfs in coma raken.
Hypoglykemie:
Een hypo onstaat wanneer je een te lage bloedsuikerspiegel in je lichaam hebt <4.0mmol/L. Dit kan ook een gevolg zijn van teveel insuline spuiten, waardoor je bloedsuikerspiegel flink daalt. De symptomen die optreden bij een hypo, zijn:
Wanneer men een hypo heeft, is het van belang snel iets zoets te eten of drinken. Hierdoor zal de bloedsuikerspiegel in het lichaam snel stijgen, waardoor de symptomen zullen afnemen.
Wat is gevaarlijker?
Heb jij al een vermoeden wat gevaarlijker is? Een hyper of een hypo? Op korte termijn zijn zowel de hyper en de hypo gevaarlijk en kunnen ze levensbedreigende vormen aannemen.
Op lange termijn leiden hypers tot meer schade in het lichaam. Hierbij kun je denken aan bloedvaten die slechter worden, door de hoge gehaltes glucose. Dit kan dan weer gevolgen hebben op de conditie van het hart en ogen. Daarnaast kan het leiden tot moeilijk te genezen wonden op bijvoorbeeld de voeten, wat in het ergste geval kan leiden tot amputatie.
Afbeelding: Hyper/hypo.Bron: http://diabesmart.nl/voor-dummies-de-ziekte/hypo-hyper-groot/