De bijschildklieren (parath thyreoïdeae) zijn kleine endocriene kliertjes. De bijschildklieren scheiden het bijschildklierhormoon af als in het lichaam het calciumniveau laag is. Zelfs de kleinste daling in de concentratie van calcium zorgt ervoor dat de bijschildklieren binnen enkele minuten reageren. De bijschildklieren verhogen dan de snelheid waarmee ze het hormoon afscheiden. Als de concentratie calcium hoog is, neemt de activiteit van de bijschildklieren meteen weer af. Dit uiterst effectieve mechanisme zorgt voor de juiste hoeveelheid calcium in het bloed en regelt de functie van de bijschildklieren. Aanhoudende lage calciumspiegels kunnen uiteindelijk leiden tot een vergroting van de bijschildklieren.
De bijschildklieren bestaan uit twee soorten cellen, de hoofdcellen, die het alvleesklierhormoon produceren en de oxyfiele cellen waarvan nog niet bekend is wat hun functie precies is.
De bijschildklieren produceren het bijschildklierhormoon (parathormoon of PTH), dat van groot belang is voor de kalk- en fosfaathuishouding in ons lichaam. Het parathormoon regelt de hoeveelheid calcium in het bloed, in samenwerking met vitamine D (dat we binnenkrijgen via zonlicht en onze voeding) en calcitonine. Calcitonine is een hormoon dat door de schildklier wordt gemaakt. Het bijschildklierhormoon zorgt voor het juiste evenwicht tussen de grote hoeveelheid kalk (calcium) die in de botten opgeslagen is en de veel kleinere maar ook heel belangrijke hoeveelheid kalk die in het bloed opgelost is. Kalk maakt de botten bestand tegen breuken en inzakking. Kalk in het bloed is onder meer van belang voor de goede overdracht van prikkels tussen zenuwen onderling, en van zenuwen naar spieren. Het is dus van groot belang dat beide kalkvoorraden in een goed evenwicht worden gehouden. Die hele kleine bijschildklieren spelen hier een grote rol in.
PTH regelt naast de calciumspiegel (kalk) en de fosfaathuishouding ook de magnesiumspiegel in het lichaam. Magnesium is een mineraal dat essentieel is voor diverse lichaamsfuncties. In het lichaam wordt magnesium voornamelijk in de botten en spieren opgeslagen. In het bloed circuleert weinig magnesium.
Calcitonine is een hormoon dat in de schildklier wordt geproduceerd. Dit hormoon voorkomt dat het calciumgehalte in het bloed te hoog wordt. Dit doet het onder andere door de afbraak van botweefsel af te remmen. Het effect van dit hormoon is mild en kortdurend. Bij een tekort aan calcitonine ontstaat geen ontregeling van het calciumgehalte in het bloed. Calcitonine is een hormoon dat een ondersteunende werking heeft.
Calcium voor spieren en zenuwcellen. De bijschildklieren controleren het calciumgehalte in het lichaam. Calcium is een noodzakelijk mineraal. Buiten dat calcium de belangrijkste factor is voor de aanmaak van beenderen en tanden, speelt het ook een centrale rol in de werking van spieren en zenuwcellen en de bloedstolling. Als de hoeveelheid calcium in het bloed niet goed is raken allerlei lichaamsprocessen van slag. Het grootste risico bij een calciumtekort is een acute hartstilstand of een coma.