Glucosebepaling: Door middel van vingerprik en bloedglucosemeter nuchter of twee uur na de maaltijd. Ideale bloedglucosewaarde 4-8 mmol/l. Normale nuchtere waarde 4-5/6 mmol/l. Sprake van diabetes bij nuchtere waarde boven 6 mmol/l bij onbehandeld persoon en niet nuchtere waarde boven 11,o mmol/l.
Urineonderzoek: Wordt onderzocht op glucose (omdat bij diabetes de nieren dit doorlaten) en op ketonen (dit zijn de afvalstoffen die ontstaan uit de onvolledige vetverbranding in het lichaam).
Definitieve diagnose: Ten minste tweemaal een verhoogde bloedglucosewaarde aantonen. Diagnose kan nu ook gesteld worden op basis van het HbA1c. Dit is de gemiddelde bloedglucosewaarde over de afgelopen 8-12 weken. Het HbA1c wordt ook gebruikt om bij een zorgvrager met DM te controleren of hij de juiste dosering medicijnen en/of insuline gebruikt. Een HbA1c van 6,5 % (48 mmol/mol) of hoger kan worden gebruikt voor de diagnose diabetes.
Diagnosestelling: Door internist in ZH. Gebruikt hierbij de NHG-standaard.