Wanneer een hormoonklier hormonen heeft afgegeven aan de bloedbaan, gaan deze hormonen door het lichaam op zoek naar de doelcellen. Op deze doelcellen bevinden zich receptoren (zie die als een slotje). Hier past dus niet ieder willekeurig hormoon op, maar enkel het hormoon met het juiste 'sleuteltje' dat op deze receptor past. Op onderstaande afbeelding is duidelijk te zien dat niet alle hormonen op iedere receptor van een cel kunnen binden.
Peptidehormonen: Deze hormonen zijn oplosbaar in water. Dit hormoon kan niet door de celwand (celmembraan) van de doelcel heen. De receptor van de doelcel bevindt zich dan ook op het celmembraan. Wanneer het hormoon deze receptor gevonden heeft, bindt hij zich aan de receptor op het celmembraan. Wanneer dit hormoon is gekoppeld op het membraan, zet dit heel veel verbindingen in werking binnen in de cel, waarbij uiteindelijk de cel de 'boodschap' van het hormoon gaat uitvoeren.
Steroïde hormonen: Dit is een hormoon op vetbasis. Dit hormoon is in staat om door de celmembraan heen te komen en in de cel(kern) op zoek te gaan naar de receptor. Bij binding aan de receptor in de doelcel wordt de celkern aangezet tot actie.