Hechtingsproblemen hebben grote nadelige consequenties. Natuurlijk in de eerste plaats voor de persoon zelf. Als je als kind geen veilige hechting hebt ervaren, heeft dat invloed op de veerkracht, op het verwerven en houden van sociale steun, op het goed kunnen reguleren van emoties, op hoe stevig de basis van vertrouwen is. Kinderen en volwassenen met hechtingsproblemen hebben een grotere kans op:
Psychiatrische aandoeningen. Bijvoorbeeld depressies, verslavingen, angststoornissen, eetproblemen, etc.
Ernstige gedragsproblemen en crimineel gedrag. Als je je niet geleerd hebt om rekening te houden met anderen of je moeilijk kunt inleven, kom je eerder in de problemen in sociaal contact. Ook is daarmee de kans groter om af te glijden naar de criminaliteit. In gevangenissen vind je veel grotere percentages mensen met een hechtingsproblematiek dan in de gewone maatschappij.
Kinderen met hechtingsproblemen. De hechtingsstijl waarmee je zelf bent grootgebracht, zie je vaak terug in je eigen kinderen. Blijkbaar wordt er in de eerste periode van iemands leven haast onuitwisbaar ingeprent ‘hoe mensen met elkaar omgaan’.
Dat zijn problemen die diep ingrijpen in het leven. Niet alleen is de kans op deze problemen groter. Deze problemen brengen ook allerlei bijkomende problemen met zich mee: denk bijvoorbeeld aan baanverlies, schulden, huisuitzettingen, afglijden naar criminaliteit, en noem maar op.