1: Cellen

De cel is de bouwsteen van het lichaam: dieren, mensen, planten en schimmels zijn allemaal opgebouwd uit cellen. Een menselijke cel heeft een gemiddelde diameter van 15 micrometer. Dat is net zo dun als de helft van een vel aluminiumfolie. Een cel is op zichzelf al een soort klein organisme (levend iets); een cel kan namelijk groeien, zich voortplanten door middel van deling, voedingstoffen omzetten in energie, reageren op de omgeving, enzovoort. De mens bestaat uit wel zo’n 100 biljoen cellen.

Celmembraan en cytoplasma                                

Bron: 123rf.com

Een cel heeft een membraan, een soort vlies die de cel omsluit. In dit vlies liggen verschillende onderdelen van de cel, deze onderdelen worden ook wel organellen genoemd. Organellen zijn essentieel voor de overleving en reproductie van de cel. In de cel zit een waterige vloeistof, deze vloeistof wordt ook wel cytoplasma genoemd. In dit cytoplasma zwemmen de organellen rond.

Nucleus of celkern

De celkern van een cel wordt ook wel de nucleus genoemd. De celkern ligt meestal in het midden van de cel.De celkern ligt meestal in het midden van de cel en is de opslagplaats voor DNA. In het DNA ligt genetische informatie opgeslagen.