Een driehoek met een rechte hoek heet een rechthoekige driehoek.
De zijden die samen de rechte hoek vormen, worden de rechthoekszijden genoemd. De zijde tegenover de rechte hoek heet de schuine zijde van de rechthoekige driehoek. De schuine zijde wordt ook wel hypotenusa genoemd.
In een rechthoekige driehoek geldt: de oppervlakte van het vierkant op de schuine zijde is gelijk aan de som van de oppervlaktes van de vierkanten op de rechthoekszijden.
Deze eigenschap heet de stelling van Pythagoras.
De lengten van de zijden van een driehoek noemen we en
.
Als , dan is de hoek tegenover de zijde van lengte
recht.
Als , dan is de hoek tegenover de zijde van lengte
stomp.
Als , dan is de hoek tegenover de zijde van lengte
scherp.
Het getal waarvan het kwadraat 19 is, is irrationaal. We noemen dit getal de wortel van 19 en noteren het met .
Dus .
Wortels kun je op je rekenmachine benaderen met de worteltoets. Meestal is het antwoord niet precies.
benader je door in te toetsen
19.
.
Je kunt wortels ook schatten.
Zo geldt: en
.
Dus ligt tussen de 4 en 5.
In een
driehoek verhouden de lengten van de zijden zich als
.
In een driehoek verhouden de lengten van de zijden zich als
.
Voor de lengte
van een lichaamsdiagonaal in een balk met ribben van lengte
en
geldt:
.