Het blad van de plant bevindt zich aan de steel of zijtak van een plant. Het blad staat aan de oppervlakte uit een bladsteel, en bladschijf. Op de bladschijf bevinden zich de hoofdnerf en zijnerven (samen het bladskelet genoemd) en het bladmoes. Het bladmoes is het weefsel wat om de nerven heen zit.
In het bladmoes zitten onder andere chloroplasten. Chloroplasten worden ook wel bladgroenkorrels genoemd. De chloroplasten zijn erg belangrijk voor de fotosynthese. In de chloroplasten zit chlorofyl. Chlorofyl is een pigmentcel die rood en blauw ligt absorbeert en groen licht terugkaatst. Daarom zijn de meeste bladeren groen. Chlorofyl heeft als eigenschap dat het zonne-energie om kan zetten in chemische energie. Deze chemische energie gebruikt de plant voor fotosynthese. Tijdens fotosynthese word koolstofdioxide (CO2) opgenomen via de huidmondjes (huidmondjes bevinden zich aan de onderkant van het blad). Via houtvaten wordt water (H2O) vervoerd naar het blad.
Koolstofdioxide wordt samen met water onder invloed van zonlicht (die in chloroplasten omgezet wordt naar chemische energie) omgezet naar glucose (C6H12O6) en zuurstof (O2). Je krijgt dan onderstaande reactie:
De glucose kan worden opgeslagen in het blad, de wortels vruchten en zaden. De plant gebruikt glucose om bijvoorbeeld te groeien. Alle dieren zijn in zekere mate afhankelijk van planten, niet alleen voor de zuurstof die ze produceren maar ook voor de voedingsstofen. Zelfs vleeseter zijn afhankelijk van planten want zij eten het vlees van dieren die planten eten.
Het zuurstof dat de planten produceren wordt via de bladeren voor een groot deel afgegeven aan de lucht. Zelf gebruikt de plant hier maar een klein deel van.
In de herfst zie je dat veel bladeren andere kleuren krijgen dan groen. Dit komt doordat de plant de chlorofyl opneemt uit het blad. Als de de chlorofyl weggenomen wordt blijven andere kleurstoffen zoals caroteen en xanthofyl over en die zorgen voor de mooie kleuren in de herfst. Caroteen en xanthofyl zijn het hele jaar door aanwezig en helpen bij het omzetten van suikers, echter is het chlorofyl dominater als het aankomt op kleurbepaling.