In het vorige kopje kwamen de verschillende weefsels naar voren. Ook hier werd al een klein stukje over de stevigheid van de plant besproken. Namelijk over steunweefsel, maar deze steunweefsel zitten vooral in de groeiende weefsels van de nieuwe delen van de plant.
Daarnaast heb je de houtenvaten, deze vaten zijn dan wel dood, maar hebben nog altijd een functie. Niet alleen het vervoeren van water en mineralen, maar geven ook steun aan de plant zelf. De wanden van houtvaten bevatten cellulose en houtstof. Deze stoffen zorgen voor stevigheid van de celwand.
Turgor geeft ook stevigheid aan de cellen van de plant. Turgor is de spanning tussen celinhoud en celwand. Door een verschil in osmotische waarde tussen de plantencel en de omgeving buiten de cel, kan er water de cel instromen. De cel neemt water op indien deze hypertoon is vergeleken met het omringende milieu. Heeft de cel een lagere osmotische waarde vergeleken met het milieu, dan zal de cel water afstaan aan het milieu (hypotoon). Water zal uit een plantencel stromen als je een plantencel in water legt met veel opgeloste stoffen. De concentratie buiten de plantencel is hoger dan die in de cel.
Osmose is een proces waarbij water zich verplaatst door een membraan van een omgeving met een lage concentratie naar een omgeving met een hoge concentratie opgeloste stoffen.
Extra informatie, zie de volgende link: https://biologiepagina.nl/Havo4/N7Onderzoek/turgor.htm