Object pronouns & Subject pronouns

Subject pronouns & Object pronouns

Het persoonlijk voornaamwoord heeft twee soorten: the subject pronoun & the object pronoun .

De eerste staat aan het begin van de zin vóór het werkwoord. Die wordt ookwel de subject pronoun (onderwerp) genoemd.

e.g He does his homework.

I

You

He/She/It
We
You
They

 

De tweede soort,de object pronoun (voorwerpsvorm), staat meestal aan het einde van de zin en altijd na hoofdwerkwoord. Om erachter te komen of wat de object pronoun is stel je de vraag: Who does what?

e.g. I love her.

Me
You
His/Her/It
Us
You
Them

 

 

Afbeeldingsresultaat voor pronouns