Docentenhandleiding les 1

Les 1

Lesduur= 45 minuten

Prowise les 1:
https://presenter.prowise.com/share_MzMglmGzmfwTNscwoEu3vxHl9zYxfM22MOi8Az8wf4Q4w3zkHtnCq6xz5WwjsylF&continue=1

Oriëntatie: (lesopening: activeren van voorkennis/doelen verduidelijken)

Leerdoel = Aan het eind van de les kunnen de leerlingen waarden en normne in verschillende contexten plaatsen en begrijpen de leerlingen dat mensen door waarden en normen soms in conflict komen.

Lesdoelen:

-        Aan het einde van de les kunnen de leerlingen één waarde en één bijbehorende norm noemen die zij belangrijk vinden.

-        Aan het einde van de les kunnen de leerlingen de klassenregels opnoemen en uitleggen wat deze betekenen.

-        Aan het einde van de les kunnen de leerlingen een voorbeeld geven van een conflict die kan optreden rondom waarden en normen.

-    Aan het einde van de les kunnen de leerlingen normen en waarden rondom sportiviteit benoemen.

Gebruik de presenter prowise om het onderwerp te introduceren.
Geef aan dat je een lessenreeks gaat geven over waarden en normen omtrent social media. Geef aan dat deze les een introducerende les is die zal gaan over waarden en normen in het algemeen. Verduidelijk het lesdoel en bespreek aan het begin van de les de leerdoelen met de leerlingen, zodat je hier later op terug kan komen.  

Benadruk dat waarden en normen ook persoonsgebonden kunnen zijn.
Gebruik bijvoorbeeld het voorbeeld van een vegetariër. Die zal andere waarden en normen hebben dan iemand die vlees eet. Dit betekent niet direct dat deze waarden en normen dan fout zijn, ze zijn anders.

Bespreek en schrijf de regels die in jullie klas gelden op. Verduidelijk de regels die bij deze lessen van pas zijn. Vertel dat we elkaar niet gaan beoordelen om iemands waarden en normen, maar dat we iedereens mening respecteren.

Laat de leerlingen zelfstandig de wikiwijs presenter doornemen. Hierin staat de lesinhoud van de les uitgelegd. In de prowise presenter staat een afbeelding hoe wikiwijs eruit ziet. Leg de kinderen aan de hand van deze afbeelding uit dat er in wikiwijs verschillende leerteksten zijn die je op volgorde kunt aanklikken. Vertel ook dat de kinderen zelfstandig de bijbehorende opdrachten moeten maken die bij de leerteksten staan.  

Wanneer de leerlingen de leerteksten en bijbehorende opdrachten doorlopen hebben, bespreek je klassikaal wat nou precies een waarde en een norm is. Kijk ook terug naar de klassenregels en bepaal samen met de leerlingen welke waarden en normen daarbij passen.  

Verwerking (Met de leerkracht of zelfstandig)

Laat de leerlingen opdracht 1 van waarden en normen op het werkblad zelfstandig maken.
Geef leerlingen tijd hierover na te denken en bespreek het vervolgens klassikaal.
Loop door de klas en blijf bij iedere leerling eens staan kijken, vraag hoe de leerling op zijn/haar antwoord is gekomen.

Laat de leerlingen vervolgens in tweetallen aan opdracht 2 werken. Leg deze opdracht klassikaal uit en begeleid deze in stapjes. Vorm tweetallen. Laat de leerlingen eerst het internet verkennen. Stel de vraag of ze een sportvereniging op kunnen zoeken. Vervolgens gaan ze zich verdiepen in hun eigen sportverenigingen. Begeleid dit nog steeds in stappen, zodat niet een tweetal achterblijft/vooruitloopt. Vervolgens vraag je de leerlingen naar hun bevindingen en zorg dat ze zich bewust worden van de overeenkomsten en verschillen.

Feedback en evaluatie (terugkoppeling van lesdoel en nabespreking van de les).

Sluit de les klassikaal af. Vraag de leerlingen naar opdracht 2. Wat waren hun bevindingen.

Korte eindbespreking: Vraag de leerlingen hoe de stof was. Waren sommigen lastig of niet? Zijn er kinderen die in hun eigen leven misschien ook normen of waarden tegenkomen? Hoe dan?

Bespreek deze hierna met de klas en stel vragen:

  1. Hoe ben je op deze waarde/ norm gekomen?

  2. Was je al bekend met een aantal waarden en normen die deze les aan bod zijn gekomen?

  3. Waarom denk je dat dit een waarde/norm is?

  4. Hebben jullie de opdrachten begrepen?

  5. Is er iemand die hele andere antwoorden heeft dan de rest? Wil je deze met de klas delen?


Stimuleer de leerlingen in het geven van antwoorden en vertel de leerlingen dat meerdere antwoorden goed zijn.
Als kinderen dit lastig vinden geef dan het voorbeeld dat jij als leerkracht de norm stelt dat je niet door iemand heen praat als degene aan het vertellen is.

Maak tenslotte de terugkoppeling naar het lesdoel. Herhaal deze en evalueer met de leerlingen in hoeverre deze behaald is. Geef aan dat de volgende les hierop voort zal bouwen, maar dan gericht op social media.