# Schrijf op wat je waarneemt (ziet, hoort, ruikt, voelt, proeft) en/of meet (aantallen, tijd, afstand, lengte, enz.)
Op elk gemeten tijdstip is het aantal pissebedden in de 'donkere helft' groter dan het aantal in de 'lichte helft'. Op een paar pissebedden na, bleven de pissebedden gedurende de hele proef op dezelfde plaats. De pissebedden die zich wel verplaatsten, waren steeds dezelfde twee.
# Verwerk je (meet)gegevens in een overzichtelijk geheel (tabel, grafiek, diagram)