Met een lichtmicroscoop kun je de cellen van planten, dieren en schimmels bestuderen. Bacteriƫn zijn zo klein, dat je cellen van bacteriƫn beter met een elektronenmicroscoop kunt bestuderen.
Het oculair is de lens waar je direct met je oog door kijkt. Die lens vergroot het beeld van het preparaat tien keer.
De tubus verbindt het oculair met de revolver.
Aan de revolver zitten objectieven. De revolver gebruik je om te wisselen tussen de verschillende objectieven. Door aan de revolver te draaien wissel je van objectief.
In elk objectief zit een lens die het beeld van het preparaat vergroot. De uiteindelijke vergroting bereken je door de vergroting van het oculair (= 10) te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief (= 4, 10, 40 of 100).
De stelschroeven gebruik je om de tafel omhoog (dichter naar het objectief toe) of omlaag (verder van het objectief af) te bewegen en daarmee je beeld scherp te stellen.
Door aan de stelschroeven te draaien, beweeg je de tafel omhoog of omlaag. De grote stelschroef gebruik je om grof scherp te stellen. De kleine stelschroef gebruik je om fijn scherp te stellen.
Met het diafragma regel je de hoeveelheid licht die op het preparaat valt.