Je gaat met je groep van het onderzoek een verslag maken.
Inhoud van het verslag
Inleiding
Opening
Doel van het onderzoek: In dit deel schrijf je waarom je het onderzoek doet, dit is meestal in de vorm van een vraag.
Om het onderzoek te kunnen uitvoeren en de resultaten te kunnen vergelijken met wat al bekend is, heb je theorie nodig. De theorie die je opgezocht hebt, moet je verwerken in dit hoofdstuk. Een deel van de theorie heb je ook nodig voor de hypothese. Vergeet niet de bronnen te noteren.
Noodzakelijke voorinformatie
Hypothese
Maak een hypothese voordat je aan een experiment begint.
De hypothese is de voorspelling van de uitkomst van je onderzoek, het antwoord op de onderzoeksvraag. De hypothese helpt je een goed experiment op te zetten.Die voorspelling moet kloppen met de kennis die je al hebt over een onderwerp.
Je moet ook uitleggen waarom je denkt dat dit de uitkomst zou kunnen zijn. Geef aan waarom je een bepaalde hypothese hebt, waar deze op gebaseerd is.
Voorspel tenslotte bij welk meetresultaat de hypothese bevestigd wordt.
Maak een als ... dan redenering: als de hypothese waar is.... dan zal het resultaat van het experiment zijn...........
Maak in je verslag duidelijk onderscheid tussen de verschillende onderdelen:
hypothese;
verantwoording van de hypothese;
voorspelling van het meetresultaat.
Werkwijze
Materiaal
Noem het gebruikte materiaal zo nauwkeurig mogelijk
Zet dit onder elkaar of in kolommen.
Methode
Het onderzoek moet nauwkeurig beschreven worden.
Beschrijf hoe je het hebt uitgevoerd.
Iemand anders moet aan de hand van je verslag het precies na kunnen doen. Vermeld nooit resultaten in dit hoofdstuk.
Schrijf de methode in de 1e persoon enkelvoud of meervoud of gebruik de lijdende vorm.
Resultaten
In dit hoofdstuk kunnen verschillende onderdelen staan, afhankelijk van de soort onderzoek die je hebt uitgevoerd.
Alles wat je hebt waargenomen, gemeten, getekend en gezien hoort in dit deel van het verslag. Noteer je resultaten zo nauwkeurig mogelijk.
Per deelvraag ga je het uitwerken en vanuit de enquête/observatie/interviews plaats je de juiste vragen/grafieken erbij.
Je gaat dus de resultaten verwerken.Verantwoord de manier waarop de resultaten verwerkt zijn.
Trek géén conclusies, geef geen oordeel over wat je hebt waargenomen!
Vermeld alles wat je gezien en gemeten hebt.
Vermeld alle meetresultaten in overzichtelijke tabel(len). Noteer in de tabellen de grootheden en eenheden die van toepassing zijn.
Zet ook de verwerkte resultaten in een tabel. Maak van de verwerkte resultaten in een overzichtelijke grafiek.
Probeer de grafiek zo te maken dat deze het antwoord op het probleem weergeeft. Op de x-as komt zet je te staan wat je zelf gevarieerd hebt (onafhankelijke variabele) en op de Y-as watje gemeten hebt (de afhankelijke variabele).
Tekeningen kunnen ook verhelderend zijn.
Discussie (of Nabespreking)
Conclusie
Schrijf hier op wat te weten gekomen over het probleem, welke conclusies kun je trekken? Geef antwoord op de onderzoeksvraag.
Geef aan waar je die conclusie(s) op baseert. Noem hierbij welke gegevens je gebruikt, getallen zijn het beste bewijsmateriaal dat je goed zit.
Vergelijk je conclusie met de hypothese. Schrijf of je hypothese klopte of niet. Als de hypothese niet in overeenstemming is met de conclusie, probeer daar dan een verklaring voor te vinden.
Vergelijk je eigen resultaten en conclusie met gegevens uit de literatuur.
Foutendiscussie/Evaluatie
In dit deel schrijf je op wat er goed en fout ging bij het onderzoek, of het onderzoek nauwkeurig en goed was uitgevoerd.
Je kunt hierbij ook suggesties voor een verbeterd en/of een vervolgonderzoek geven. Welke nieuwe problemen ben je tegen gekomen?
Literatuur
Maak een bronnenlijst met de gebruikte bronnen in alfabetische volgorde van de namen van de schrijvers/titels van de websites.