Personages

De belangrijkste persoon in een verhaal is de hoofdpersoon. De andere personen zijn bijfiguren. Met de hoofdpersoon kun je het beste meeleven, omdat je weet wat hij denkt en voelt. Meestal zijn de hoofdpersonen gewone mensen, maar soms zijn het idolen of helden. Als je meeleeft met een idool of held, kun je even ontsnappen aan je eigen leven. Maar hoofdpersonen kunnen ook buitenstaanders zijn, ze kunnen gepest of gediscrimineerd worden of ergens van worden beschuldigd. Ook met hen kun je meeleven: je hebt met ze te doen en maakt je kwaad over hoe ze behandeld worden.

Een ander verschil tussen hoofdpersonen en bijfiguren is dat hoofdpersonen vaak een ontwikkeling doormaken en bijfiguren meestal niet. Hoofdpersonen veranderen door de dingen die ze meemaken, net als echte mensen. Ze worden bijvoorbeeld dapperder, eerlijker, gemener of gelukkiger. Denk maar aan het boek Oorlogswinter. Eerst is Michiel een gewone jongen van veertien jaar, maar door de dingen die hij meemaakt, wordt hij heel volwassen.

In een verhaal zijn niet alle personen even belangrijk.

• De hoofdpersonen worden het meest uitgebreid beschreven, zodat je goed met ze kunt meeleven. Je komt veel te weten over hun gedachten en gevoelens.

• De bijfiguren worden eenvoudig beschreven. De meeste aandacht krijgt hun uiterlijk. Vaak hebben ze maar één eigenschap.