2.1.1 Inademen

De adembewegingen vormen een van de hoofdrolspelers in de fysiologie van de ademhaling. De vergroting of verruiming van de borstkas (of longinhoud) gebeurt door de ademhalingsspieren. De belangrijkste spier in dat proces is het middenrif of diafragma. Een kenmerk is dat het diafragma tijdens de inademing samentrekt en naar beneden beweegt, ofwel minder bol of koepelvormig wordt. Daaruit volgt dat de borstkas groter wordt en de buikholte kleiner.

Daarnaast worden de ribben met behulp van de tussenribspieren opgerekt. De borstkas zet dus uit. De longen volgen deze expansie, waarbij de longblaasjes zich verwijden en de luchtpijp lucht aanzuigt. De inademing is dus een actief proces.

Bij de inademing:

•          vergroot de borstkas

•          wordt het middenrif afgeplat

•          trekken de tussenribspieren samen

•          wordt er spierkracht gebruikt

 

Bron: https://www.infonu.nl