2.1.2 Uitademen

De uitademing heeft een passief karakter. Zodra het middenrif (diafragma) tijdens de uitademing verslapt, zal de veerkracht van de buikholte – in combinatie met de veerkracht van de uitgerekte longen – ervoor zorgen dat de borstholte weer verkleint en de buikholte verruimt.

Toch kan de uitademing ook actief zijn. Dat gebeurt bijvoorbeeld bij blazen. De spieren van de buikwand trekken dan samen met als gevolg dat de buikholte kleiner en het middenrif omhoog wordt gedrukt. Hetzelfde gebeurt bij persen, waarbij de buikspieren eveneens worden aangespannen.

Bij de uitademing:

- vallen de longen samen

- zakt de borstkas terug in zijn oorspronkelijk positie door de zwaartekracht

- ontspant het middenrif (diafragma) en komt in de oorspronkelijke koepelvorm te staan

 

Bron: https://www.infonu.nl