Heb je alle werkwoorden op een rijtje?
Wanneer je 'will' kiest, is het natuurlijk makkelijk: Je gebruikt altijd dezelfde vorm! De negatieve vorm hiervan is 'will not' of, afgekort: won't. Gebruik liever 'will not' bij opdrachten en toetsingen, aangezien 'won't' meestal als informeel wordt gezien. Net zoals 'gonna' wordt het meestal alleen gebruikt in spreektaal.
I will call you when I get there.
you will have the chance to do it again.
he will scream if you scare him.
she will have a glass of champagne, please.
it will be organised at another location.
they will ask me all sorts of questions during the test.
we will never give up!
Wanneer je 'going to' wilt gebruiken, moet je
enkel opletten welke vorm van to be je kiest:
I am going to organize the best party of the year.
he is going to look for a new job.
she is going to travel across Europe.
it is going to be a great experience!
they are going to write an excercise plan together.
we are going to work out together to stay fit.
De vorm van to be kan natuurlijk ook negatief zijn:
I am not going to go outside if I feel sick.
he isn't going to wait for you all day.
she isn't going to study the entire evening.
it isn't going to be an average event.
they aren't going to believe what just happened!
we aren't going to have french fries for dinner.
Do you think you're ready to practise? Get started with the two exercises below.
De eerste optie is een matchingsoefening waarbij je personen aan het goede zinsdeel met 'to be + going to' koppelt. Als je de verkeerde match probeert aan te klikken, zal het niet gaan. De computer kleurt de kaartjes dezelfde kleur wanneer je ze goed hebt verbonden. De tweede oefening is een verhaal waarbij jij per zin de passende tegenwoordige 'to be' vorm invult. Klik op de OPEN afbeelding om te beginnen met de eerste opdracht!
Ben je tevreden met het resultaat? Dan mag je door naar het volgende kopje; Situations