Past simple versus present perfect
De past simple (PS) bestaat bij regelmatige werkwoorden uit: werkwoord + -ed.
De onregelmatige werkwoorden krijgen een andere vorm. Deze woorden moet je uit je hoofd kennen.
Bij de PS staan er vaak signaalwoorden in de zin zoals: Yesterday, last month, two years ago, in 2011.
Bij vragen en ontkenning gebruik je: did(n't) + hele werkwoord
Did you walk to school? / I didn't walk to school.
De present perfect (PP) bestaat bij regelmatige werkwoorden uit: have(n't)/ has(n't) + werkwoord + -ed.
De onregelmatige werkwoorden krijgen een andere vorm. Deze woorden moet je uit je hoofd kennen.
Bij de PP staan er vaak signaalwoorden in de zin zoals: for, just, yet, never, already, ever, so far, up to now, recently, since.
Het verschil tussen deze vormen:
I have worked there for years. (PP)
I worked there years ago. (PS)
of
They had never learned to use computers before. (PP)
I learned to use computers last year. (PS)
Mocht je behoefte hebben aan meer uitleg over het verschil tussen de past simple en present perfect, kijk dan onder het kopje "extra uitleg".